Begroting Rotterdam 2019

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Leeswijzer Pagina 6

Leeswijzer

Invoering van Rotterdamse taakvelden

In 2017 is de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) op een aantal onderwerpen aangepast. Een van die onderwerpen betrof het besluit om de begroting en de jaarrekening voortaan óók op het niveau van taakvelden te presenteren. Vanaf 2017 is er een bijlage aan de begroting en jaarrekening toegevoegd waarin een overzicht van de baten en lasten op taakveldniveau is gepresenteerd. De nieuwe college- en raadsperiode is hét moment om definitief de producten door de taakvelden te vervangen. Hiermee wordt volledig aangesloten op de BBV en tevens komt dit de kwaliteit van de externe verantwoording ten goede. Het biedt ook een betere basis voor vergelijking met andere gemeenten, omdat de lijst met taakvelden landelijk is bepaald. De voorheen gehanteerde indeling naar producten vervalt hiermee. Binnen de gemeente Rotterdam is ervoor gekozen om taakvelden te splitsen in het geval deze cluster- of programmaoverstijgend zijn.

De wijziging naar taakvelden maakt dat deze begroting éénmalig een ander tijdshorizon heeft. Waar we normaal in de begroting richten op het lopende begrotingsjaar en de daaropvolgende 4 jaren wordt dit nu gesplitst. De actualisatie en verantwoording over het huidige begrotingsjaar (2018) wordt gedaan op het niveau van producten in de vorm van een 2e  herziening 2018. Deze begroting richt zich op de periode 2019 t/m 2022 waarbij wordt uitgegaan van de nieuwe taakveldindeling.

Verbeteren transparantie

Met het aanbieden van deze begroting willen we niet alleen voldoen aan de wettelijk gestelde informatieverplichting. We willen de informatie ook helder en begrijpelijk presteren. In de begroting geven we daarom per taakveld aan wat we willen bereiken, wat we ervoor gaan doen en wat dit mag kosten. Dit wordt zo veel mogelijk onderbouwd met concrete indicatoren en financiële cijfers. Vanaf de jaarrekening 2019 vindt de verantwoording plaats op basis van deze indeling. Verder willen we ook dat de ontwikkeling van beleidskeuzes en de financiële impact hiervan over de collegeperiode heen duidelijk te volgen zijn. Met deze begroting leggen we hier de basis voor.

Soorten van financiële bijstellingen

We onderscheiden verschillende categorieën van financiële bijstellingen, namelijk de onvermijdelijke (geen keuze mogelijk) en vermijdbare ramingsbijstellingen, intensiveringen als gevolg van nieuw beleid en bezuinigingen doordat activiteiten niet of met een lagere inspanning worden uitgevoerd. Daarnaast bestaat de categorie reserves waarin de bijstellingen op de reserves worden verwerkt. Tenslotte onderkennen we een tweetal categorieën van bijstellingen die op concernniveau saldoneutraal zijn, namelijk de taakmutaties en technische mutaties.

In deze begroting is éénmalig een nieuwe categorie toegevoegd, namelijk bijstellingen die het gevolg zijn vanuit het coalitie-akkoord (die weer nader zijn onderverdeeld, conform het coalitieakkoord). Dit is gedaan om de uitwerking van het financieel kader vanuit het coalitieakkoord inzichtelijk te maken. Bij het IFR heeft een verschuiving in de jaren plaatsgevonden waardoor deze cijfers niet volledig aansluiten bij het coalitieakkoord. Over de gehele periode 2019-2022 komen de cijfers wel overeen.

Opbouw financiële tabellen

In verschillende tabellen zijn financiële cijfers opgenomen over 2017 en 2018. Aangezien vanaf 2019 verantwoord en gestuurd wordt op taakvelden is de ontwikkeling van cijfers op taakveldniveau niet goed te vergelijken. Ook zijn deze cijfers niet altijd één op één gelijk met de cijfers vanuit de jaarrekening 2017 en 2e herziening 2018 als gevolg van een gewijzigde inrichting.

Opbouw financiële grafieken

Zowel op programmaniveau als op taakveldniveau worden grafieken getoond met de baten, lasten en het saldo. Het betreft hier de getallen voor VpB en reserveringen in 2019.

Weergave in 1000-tallen

Het is belangrijk om te weten dat alle bedragen in 1000-tallen worden weergegeven, tenzij expliciet anders is aangegeven. Door de weergave in 1000-tallen kan het zijn dat de totalen een (minimale) afwijking tonen.