De coronacrisis raakt de grote steden verhoudingsgewijs hard. In de grote steden wonen relatief meer mensen met een flexibel contract. Hiermee zijn ze kwetsbaarder en komen de gevolgen van economische neergang harder aan. In Rotterdam zijn er ten opzichte van de G4 bovendien relatief veel laagopgeleide mensen, wat de kwetsbaarheid nog eens vergroot. Wel is het zo dat na een stijging van het aantal mensen in de bijstand begin dit jaar, het aantal weer aan het dalen is. Sinds eind april is het bijstandsvolume gedaald van 36.609 naar 35.693 uitkeringen. Het aantal vacatures stijgt. Werkgevers durven het weer aan, in bijvoorbeeld sectoren als de bouw, de zorg en de horeca. Met het aantrekken van de arbeidsmarkt en doorvoeren van versoepelingen krabbelen sommige sectoren weer op of kampen met personeelstekorten. De culturele en de facilitaire sector zitten nog in zwaar weer.
Hoewel de doelstelling van 30.000 voor deze collegeperiode niet meer haalbaar is, willen we aan het eind van deze collegeperiode nog steeds substantieel minder mensen in de bijstand hebben dan toen we begonnen (37.667). De mismatch tussen de vacatures en het aantal werkzoekenden blijft een grote opgave. De inzet van onder meer het Regionaal Mobiliteitsteam en om-, her- en bijscholing is nu harder nodig dan ooit.
Mensen die door de coronacrisis hun baan zijn verloren of dreigen te verliezen kunnen per mei 2021 terecht bij het regionaal mobiliteitsteam van Rijnmond voor van-werk(loosheid)-naar-werk-begeleiding.
De coronacrisis toont het belang aan van om-, her- en bijscholing en investeringen in leven lang ontwikkelen. Scholing houdt mensen duurzaam inzetbaar. Tot 1 september 2021 hebben 1.259 Rotterdammers uit de diverse doelgroepen zich gemeld bij het Scholingsfonds. Op basis daarvan zijn 282 positieve adviezen voor een Scholingsvoucher afgegeven. 207 vouchers zijn inmiddels ook toekend, waardoor deze Rotterdammers kunnen starten of zijn gestart met hun studie. Inmiddels is het Rotterdamse Scholingsfonds integraal onderdeel van de dienstverlening in het kader van de Participatiewet. Vanaf augustus 2021 wordt de regeling verruimd en kunnen ook werkenden (inclusief zzp’ers), aanspraak maken op een scholingsvoucher om zo zijn/haar positie op de arbeidsmarkt te verstevigen
Op basis van ramingen van het Centraal Planbureau (Juniraming) houden we rekening met een toename van het aantal uitkeringen naar 37.100 eind 2021, en een stijging van het bijstandsvolume naar 37.700 eind 2022. Het verwachte aantal bijstandsuitkeringen eind 2021 is aanzienlijk lager dan in de Voorjaarsnota werd verwacht (toen: 38.400). De verwachting is inmiddels dat de piek in het bijstandsvolume pas na 2022 optreedt. Om die reden passen we een begrotingswijziging toe. De inzet van de extra middelen van het Rijk schuiven we deels door naar 2022 en 2023, zodat de middelen corresponderen met de inzet en verloop van het bijstandsvolume. Zie hiervoor ook de Financiële bijstellingen. Onze ambitie blijft het om het beter te doen dan het landelijk gemiddelde. Zowel qua daling van het bijstandsvolume als de kwaliteit van de dienstverlening.
1.1 Minder Rotterdammers in de bijstand (zoveel mogelijk uitstroom naar betaald werk)
De gemeente Rotterdam wil dat zoveel mogelijk Rotterdammers die nu nog bijstand ontvangen profiteren van de groeiende en nieuwe werkgelegenheid. De gemeente zet mensen en middelen in ten bate van werk en arbeidsontwikkeling om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen en daarmee de afhankelijkheid van uitkeringen zo veel mogelijk te beperken. Werk en Inkomen wil dit voor elkaar krijgen door het beperken van de instroom, het vergroten van de uitstroom en het stimuleren van de doorstroom.
1.2 Deeltijd werken als opstap naar volledige uitstroom uit de bijstand
Op de huidige flexibele arbeidsmarkt krijgen werkzoekenden steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een goede opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren. Daarnaast wordt deeltijdwerk gestimuleerd door de pilot Werkpremie. De Werkpremie is een financieel extraatje voor werkzoekenden die in deeltijd werken, bovenop de wettelijke vrijlating.
Als werkzoekenden op eigen kracht werk vinden, bestaat de kans dat zij, zonder enige bemiddeling vanuit de gemeente Rotterdam, nulurencontracten aanvaarden. Omdat wij nulurencontracten of kleine flexcontracten niet duurzaam achten, willen wij dit niet stimuleren. Als de gemeente afspraken maakt met werkgevers over een vorm van vergoeding of tegemoetkoming, moet hier fulltime uitstroom tegenover staan. Het uiteindelijke doel blijft om volledig onafhankelijk te worden van de bijstand. Deeltijdwerk is geen eindstation, tenzij dit voor de werkzoekende het maximaal haalbare is.
1.3 Minder werkloosheid op Zuid
Eind 2018 sloten gemeente Rotterdam en het Rijk de Regiodeal Rotterdam Zuid. Dit betekent dat in de jaren 2019 tot en met 2022 via het Nationaal Programma Rotterdam Zuid 260 miljoen euro extra geïnvesteerd wordt, met name in Wonen, School en Werk op Zuid. Voor de inzet op de pijler Werk is in totaal 48 miljoen euro gereserveerd. Hieraan is de ambitieuze doelstelling gekoppeld om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen, van disproportioneel (circa 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2022. Hiervoor is het programma Samen voor Zuid ontwikkeld.
2.1 Wegnemen van belemmeringen
Als werkzoekenden (nog) niet in staat zijn om zelf werk te vinden, of nog niet kunnen voldoen aan de (vacature)eisen van werkgevers, dan kan de gemeente ze ondersteunen bij re-integratie naar werk. Die ondersteuning kan zich richten op het duurzaam ontwikkelen van kennis, vaardigheden en opleiding die nodig zijn om werk te vinden en te houden.
2.2 Speciale inzet kwetsbare doelgroepen
Onder de Participatiewet vallen verschillende doelgroepen, die elk hun eigen aanpak, begeleiding en perspectief hebben. Daarom wordt binnen de aanpak van de gemeente gedifferentieerd en kunnen verschillende instrumenten worden ingezet, zoals loonkostensubsidies. Voor de beschrijving van de inzet voor doelgroepen 'jongeren' en 'Prestatie010', zie taakveld Arbeidsparticipatie-maatschappelijk.
2.3 Arbeidsontwikkeling gericht op de vraag vanuit de markt
We willen dat zoveel mogelijk werkzoekenden toegang hebben tot betaald werk op de (bij voorkeur reguliere) arbeidsmarkt. De vraag naar werk wordt bepaald door de stand van de economie, werkgevers, ondernemers en opdrachtgevers. Het WerkgeversServicepunt Rijnmond (WSPR) maakt afspraken met werkgevers en intermediairs over het ontsluiten van geschikte banen voor werkzoekenden. Het WSPR is een samenwerking tussen de gemeente Rotterdam, het UWV en 15 regiogemeenten.
3.1 Goede regionale samenwerking (onderwijs, overheid en werkgevers) ondersteunend aan een beter functionerende arbeidsmarkt
Om de forse uitdaging aan te gaan om te komen tot een daling van het bijstandsbestand is meer en meer een gewijzigde inzet nodig van de gemeente. Maar ook inzet en commitment van partijen uit de stad. In het arbeidsmarktbeleid wordt ingezet op samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, UWV en gemeenten, om zo vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zoveel als mogelijk op elkaar te laten aansluiten.
3.2 Verhogen participatiegraad van mensen uit het doelgroepregister
In Rotterdam wonen relatief veel inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Een deel van hen profiteert niet van de aantrekkende economie en groeiende werkgelegenheid. Vaak is een arbeidsbeperking hiervan een oorzaak en het niet of minder kunnen voldoen aan de eisen die werkgevers stellen op de reguliere arbeidsmarkt. Rotterdam wil ook deze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt passend werk en begeleiding kunnen bieden, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Als zij daarvoor kiezen, stimuleren we deze mensen te leren en zich te ontwikkelen en hen daarvoor de nodige begeleiding en ondersteuning bieden. Zie hiervoor ook het taakveld ‘Begeleide participatie’.
1.1a Preventie van instroom vóór en tijdens aanvraagfase
Rotterdammers die (tijdelijk) niet kunnen voorzien in hun levensonderhoud kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente. Om te voorkomen dat mensen vanuit de WW instromen in de bijstand, is WW@Work opgezet. Hierin worden Rotterdammers die aan het einde van hun WW-periode zitten, preventief benaderd en ondersteund vanuit de gemeente in hun zoektocht naar werk. Een ander preventieinstrument is BuroWerk. Met BuroWerk wordt gelijk bij de uitkeringsaanvraag gekeken of er een kans op werk is, waardoor mogelijk instroom in de uitkering voorkomen kan worden. Door de werkwijze van WW@Work en BuroWerk stromen jaarlijks zo'n 1.000 mensen minder in, doordat zij een baan vinden.
1.1b Matchen, begeleiden naar werk
Om zoveel mogelijk Rotterdammers aan de slag te krijgen én te houden is een goede match met de veranderende vraag op de arbeidsmarkt essentieel. Dit kan de gemeente niet alleen. Om de regionale arbeidsmarkt toekomstbestendiger en inclusiever te maken, is samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven noodzakelijk. Deze samenwerking krijgt onder anderen vorm en inhoud via de Rotterdamse Leerwerkakkoorden (LWA). Hiermee is het commitment aangegaan om gedurende een langere periode (zes jaar) via drie pijlers intensief samen te werken aan de nodige ingrepen om de regionale arbeidsmarkt toekomstbestendiger te maken:
Rotterdamse werkzoekenden kunnen zich bijvoorbeeld met een scholingsvoucher laten om, her- of bijscholen naar kansrijke sectoren. Voor bijvoorbeeld een baan in de bouw, zorg, ICT, logistiek of techniek. Met het mobiliteitscentrum Rijnmond Werkt Door zijn werkgevers, die tijdelijk geen werk hebben voor hun werknemers en werkgevers die juist dringend behoefte hebben aan medewerkers, aan elkaar verbonden.
1.2 Begeleiden naar deeltijdwerk
Op de huidige flexibele arbeidsmarkt krijgen werkzoekenden steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een goede opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont, maar ook door werkzoekenden goede dienstverlening te bieden over hoe hun inkomen verandert bij het aanvaarden van deeltijdwerk. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren. In het taakveld ‘Inkomensregelingen’ rapporteren we over het percentage tijdige verrekening parttime inkomsten.
Per 1 april 2021 is de pilot Werkpremie gestart. Doel van deze premie is om werkzoekenden te stimuleren deeltijdwerk te accepteren. De Werkpremie levert maandelijks 12,5% netto extra inkomen op. Onzekerheid over het totale inkomen is voor werkzoekenden één van de redenen om niet in deeltijd te (gaan) werken. Met de Werkpremie hopen we deze belemmering weg te nemen.
1.3 Aanpak werk op Zuid
De ambitie is om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen. Van disproportioneel (circa 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2022. Hiervoor is het programma Samen voor Zuid ontwikkeld. Rode draad in dit programma is aandacht voor de situatie van de werkzoekende en het bieden van maatwerk. Met extra financiële middelen worden onder andere extra werkconsulenten aangetrokken, zodat aan werkzoekenden meer en structureler aandacht gegeven kan worden. Ook zijn faciliteiten voorhanden die nodig zijn om mensen in staat te stellen aan het werk te gaan, of het nu gaat om jobcoaching, kinderopvang of het leren van de Nederlandse taal. Indien nodig behoort ook de inzet van schulddienstverlening en zorg (via de wijkteams) tot de mogelijkheden. Vanuit de teams van W&I zal ook met één contactpersoon en met zo min mogelijk overdrachtsmomenten worden gewerkt.
Inmiddels zijn in de wijken Carnisse, Beverwaard en Reyeroord Leerpraktijkcentra (LPC) gestart.. Een initiatief vanuit het programma Samen voor Zuid, waar werkzoekenden de kans krijgen om werkervaring op te doen. Het Leerpraktijkcentrum is voor alle werkzoekenden toegankelijk, ongeacht achtergrond of belemmeringen. Deelnemers doen er werkervaring op in de schoonmaak, horeca (bediening, bar), keuken (koken), groenvoorziening (tuin en Amelandplein) en receptie.
2.1a De werkzoekende centraal
Een passende bejegening is essentieel in de dienstverlening die we de Rotterdammer willen bieden. In de afgelopen jaren waren regel- en systeemgestuurd werken leidend in het gemeentelijke contact met de Rotterdammer. Hierdoor ontstond voor de professional weinig ruimte om maatwerk te leveren en in te gaan op mogelijke andere problemen in het leven van de Rotterdammer, die de zoektocht naar werk in de weg stonden. Van regel- en systeem-gestuurd werken werkt de gemeente deze collegeperiode doel- en mensgestuurd. Dit betekent dat gemeente Rotterdam in haar communicatie een nette, vriendelijke en respectvolle toon aanslaat. Hierbij krijgen professionals in de uitvoering de ruimte om degene aan de andere kant van de tafel te leren kennen, te zien welke problematiek er heerst, te achterhalen wat iemand kan en wil en wat ervoor nodig is om dit te realiseren.
2.1b Meer maatwerk
Als we de werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt op een realistische manier willen begeleiden naar werk, moeten we weten wat het perspectief van die Rotterdammer is op werk en ontwikkeling (naar werk). Hiervoor zullen we werkzoekenden beter moeten kennen. Het beter in beeld hebben van dit perspectief past ook bij de wens van dit college om meer maatwerk en passende dienstverlening te bieden. Door gebruik te maken van interactieve testen en vragen, wordt voor de werkzoekende stap voor stap zichtbaar wat het meest passende uitstroomperspectief is op basis van vijf werkprofielen: verkoper, vervoerder, helper, aanpakker en maker. Dit inzicht maakt het ook makkelijk om binnen dit specifieke uitstroomprofiel de meest passende vacatures te vinden. Op basis van het profiel van de werkzoekende kan zo vastgesteld worden wat de belangrijke nog te ontwikkelen kwaliteiten en vaardigheden zijn. Hierbij wordt ook gekeken naar de motivatie en soft skills van de werkzoekende en naar zaken als aanwezigheid van bijvoorbeeld schulden of noodzaak voor kinderopvang.
2.1c Inzetten op taaleis
Het verband tussen taal en werk is onomstreden. Mensen met een taalachterstand hebben meer moeite om een baan te vinden en lopen een grotere kans om die baan te verliezen. We willen niet dat werkzoekenden aan de kant staan doordat zij de Nederlandse taal niet of beperkt beheersen. We blijven uitvoering geven aan de Wet taaleis, onder anderen door taaltrainingen aan te bieden die zo goed mogelijk aansluiten bij het niveau van de werkzoekende en door meer in te zetten op trajecten waarbij werken en het leren van (vak)taal samengaan. We zoeken daarbij onder meer aansluiting bij beleidskader Taal 2019-2022.
2.2 Aanpak jongeren
Zie taakveld Arbeidsparticipatie-maatschappelijk.
3.1a Transparantie binnen de arbeidsmarkt verhogen
De werkgeversdienstverlening ondersteunt deze doelstellingen. Een strategische arbeidsmarktanalyse onderbouwt, met advies aan bestuurders, management en uitvoering, waar accenten gelegd moeten worden. Door vroegtijdige betrokkenheid van werkgevers, is deze aanpak arbeidsmarktgericht, ook voor werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Met instrumenten, zoals scholing, jobcoaching, jobcarving, proefplaatsing, detacheringen, bouwen we een brug naar werk. Begeleiding en (door)scholing maken dat ze niet alleen werkfit (jobready) maar ook duurzaam werkend (jobsteady) worden. Met het mobiliteitscentrum Rijnmond Werkt Door worden werkgevers, die tijdelijk geen werk hebben voor hun werknemers en werkgevers die juist dringend behoefte hebben aan medewerkers, aan elkaar verbonden.
3.1b Social return verplichtingen opbouwen en invullen (aansluiten bij gebiedsontwikkelingen, stedelijke investeringen, transities)
Social return maakt een belangrijk onderdeel uit van het programma Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) van Rotterdam. Met het instrument social return stimuleert Rotterdam via de eigen inkoopopdrachten werkgevers (opdrachtnemers) om bij te dragen aan de arbeidsparticipatie van kwetsbare werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Dit kan door het aanbieden van betaald werk, stageplaatsen, activiteiten in het kader van arbeidsontwikkeling, orders voor SW-bedrijven of het uitvoeren van een maatschappelijke activiteit.
3.1c Investeren in de (digitale) dienstverlening aan werkgevers (acquisitie, dealmaking)
Het blijft de uitdaging voor de gemeente om werkzoekenden en werkgevers met slimme ICT te begeleiden. Juist nu digitale vaardigheden zo belangrijk geworden zijn voor werkzoekenden en professionals. We zorgen dat meer werkzoekenden deze vaardigheden verwerven en kunnen toepassen. Hiermee en met een digitaliseringsagenda stellen we groepen in staat om zelf aan de slag te gaan en meer regie te voeren over hun traject naar werk. Onder meer door trainingen en cursussen digitaal te ontsluiten.
In MijnWerkKompas maakt elke werkzoekende thuis (of met hulp van een medewerker) zijn profiel. Dit biedt inzicht in vaardigheden, talenten en competenties en in persoonlijke omstandigheden. Ook biedt het inzicht in de werksoorten en kans-beroepen die bij deze kwaliteiten passen. En in wat nog geleerd kan worden. In gesprek met de werkzoekende bepalen we een nieuw perspectief en de route hier naartoe. We zetten gericht instrumenten in die de werkzoekende ondersteunen in deze ontwikkeling.
HalloWerk is een online matchingsplatform dat werkzoekenden de mogelijkheid biedt om online een uitgebreid profiel aan te maken en geeft werkgevers de optie om op basis hiervan direct kandidaten te benaderen voor openstaande vacatures. Op HalloWerk worden kandidaten niet geselecteerd op basis van hun opleiding en ervaring, maar juist op basis van hun talent, motivatie en bijvoorbeeld hun hobby’s. Sinds begin juni kunnen ook zelfstandig ondernemers (ZZP’ers) gebruik maken van HalloWerk. Op die manier willen we zelfstandig ondernemers die hard zijn getroffen door de coronacrisis, helpen om nieuw werk te vinden.
Effectindicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget: Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 | Streefwaarde | 36.000 | 33.700 | 32.000 | 30.000 | ||
Realisatie | 35.292 | 33.666 | 36.203 | 35.693 | |||
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) | Streefwaarde | 38,9% | 38,4% | 37,9% | 37,4% | ||
Realisatie | 40,3% | 40,1% | 40,2% | 40,2% | |||
2.2 Jongeren in de bijstand | Streefwaarde | 2.250 | 2.200 | 2.200 | 2.080 | ||
Realisatie | 2.235 | 2.037 | 2.919 | 2.792 | |||
De genoemde realisatie cijfers over 2021 zijn cijfers t/m tweede tertaal 2021, tenzij anders aangegeven. |
Prestatie-indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) | Streefwaarde | 7.800 | 7.600 | 7.050 | 6.550 | ||
Realisatie | 7.186 | 6.929 | 10.319 | 5.426 | |||
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) | Streefwaarde | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | ||
Realisatie | 4.506 | 4.433 | 3.364 | 2.896 | |||
1.3 Parttime werk (€ mln) | Streefwaarde | 13,5 | 14,5 | 16,5 | 16,5 | ||
Realisatie | 12,2 | 13,6 | 13,1 | 10,2 | |||
1.4 Uitstroom Jongeren (aantal) | Streefwaarde | 1.150 | 1.150 | 1.150 | 1.150 | ||
Realisatie | 1.553 | 1.350 | 1.672 | 1.286 | |||
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) | Streefwaarde | 2.100 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | ||
Realisatie | 1.909 | 1.854 | 1.423 | 1.212 |
|
||
De genoemde realisatie cijfers over 2021 zijn cijfers t/m tweede tertaal 2021, tenzij anders aangegeven. |
Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - Werk | Realisatie 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 15.638 | 8.251 | 6.429 | 2.692 | 362 | 362 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 15.572 | 8.101 | 6.067 | 2.330 | 0 | 0 | |
Financieringsbaten | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 64 | 150 | 362 | 362 | 362 | 362 | |
Lasten exclusief reserves | 50.714 | 56.635 | 63.669 | 53.849 | 46.199 | 46.199 |
|
Apparaatslasten | 41.355 | 43.372 | 46.602 | 39.693 | 38.591 | 38.591 | |
Inhuur | 9.722 | 2.603 | 1.696 | 1.330 | 1.356 | 1.356 | |
Overige apparaatslasten | 994 | 1.383 | 1.154 | 1.424 | 1.406 | 1.406 | |
Personeel | 30.638 | 39.386 | 43.752 | 36.938 | 35.829 | 35.829 | |
Intern resultaat | 1.706 | 1.414 | 899 | 899 | 899 | 899 | |
Intern resultaat | 1.706 | 1.414 | 899 | 899 | 899 | 899 | |
Programmalasten | 7.653 | 11.850 | 16.169 | 13.258 | 6.710 | 6.710 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 7.147 | 11.357 | 13.962 | 11.352 | 6.091 | 6.091 | |
Overige programmalasten | -2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 1.588 | 1.287 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 342 | 463 | 619 | 619 | 619 | 619 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 166 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -35.076 | -48.384 | -57.240 | -51.157 | -45.837 | -45.837 | |
Saldo voor reserveringen | -35.076 | -48.384 | -57.240 | -51.157 | -45.837 | -45.837 | |
Reserves | 0 | 538 | 1.903 | 0 | 0 | 0 |
|
Onttrekking reserves | 0 | 5.072 | 2.683 | 0 | 0 | 0 | |
Toevoeging reserves | 0 | 4.533 | 780 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -35.076 | -47.846 | -55.337 | -51.157 | -45.837 | -45.837 |
Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Hierdoor bestaat het bestand nu uit vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
Tot het taakveld Arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen: