Door de coronacrisis en de genomen maatregelen verandert de werkgelegenheid en de vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Gedurende de crisis is de meest effectieve interventie mensen die werken aan het werk zien te houden (baanbehoud) om zodoende werkloosheid te voorkomen (preventie). Door de Coronacrisis worden bepaalde doelgroepen extra zwaar getroffen en raken snel en in groten getale werkloos. Het gaat dan vooral om zzp-ers, jongeren en flexwerkers. De WW en nieuwe regelingen als de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) zijn een buffer voor de nieuwe instroom in de bijstand; maar uiteindelijk zullen veel mensen uit deze regelingen naar de bijstand ‘doorzakken’. Tegelijkertijd zien we door de lockdown en contactbeperkingen de digitalisering een vlucht nemen in alle lagen van de samenleving. Het fysiek begeleiden, scholen en coachen van jongeren en werkzoekenden is tijdelijk niet mogelijk. Daarom wordt nu volop geïnvesteerd in het ontwikkelen, ontsluiten en aanbieden van digitale dienstverlening, zodat deze doelgroepen op afstand ondersteuning kunnen krijgen.
Mobiliteitscentrum, scholing en digitalisering
Met de aanpak Rijnmond Werkt Door wil Rotterdam samen met de andere gemeenten uit de arbeidsmarktregio Rijnmond, het UWV, uitzendbureaus en de sociale partners eraan bijdragen dat zoveel mogelijk mensen aan het werk blijven. Het mobiliteitscentrum Rijnmond Werkt Door signaleert kansen en verbindt vraag en aanbod om werkloosheid te voorkomen of op zijn minst te beperken. Zo zorgen we ervoor dat mensen hun baan en salaris behouden, zich waardevol blijven voelen en de economie zo goed als het kan doordraait. We verbinden werkgevers die personeel moeten laten gaan met werkgevers die mensen zoeken en ondersteunen bij het bemiddelen van werk naar werk.
De crisis toont het belang aan van om-, her en bijscholing en investeringen in leven lang ontwikkelen. Scholing houdt mensen duurzaam inzetbaar. Werkzoekenden die gewend zijn zich te laten bij- of omscholen kunnen makkelijker de overstap van werk naar ander werk maken. Dit maakt iemand crisisbestendiger. We richten hiervoor een Rotterdams Scholingsfonds op, waarop Rotterdammers (onder voorwaarden) een beroep kunnen doen voor de financiering van hun om-, her- of bijscholing voor krapte- en groeiberoepen. Rotterdammers behorende tot de doelgroep kunnen per september bij de gemeente terecht voor voorlichting en advies over scholingsmogelijkheden en een scholingsvoucher.
We houden onze dienstverlening zo goed als mogelijk overeind en houden contact met werkzoekenden via telefoon, mail of app. Het digitaal opleiden en kennisdelen wordt (verder) uitgebreid. Omdat het juist in coronatijd, maar ook daarna, van belang is dat werkzoekende Rotterdammers zich ontwikkelen en nieuwe vaardigheden en kennis opdoen, ontsluit de gemeente gratis onlineopleidingen en cursussen. We willen de nieuwe instroom van bijstandsgerechtigden zo snel mogelijk door en terug laten stromen naar werkhervatting, de arbeidsmarkt of naar digitale dienstverlening. Om te zorgen dat groepen Rotterdammers die nu in de uitkering komen zo snel als mogelijk weer aan het werk gaan, ontwikkelen we een nieuw programma (TOP-aanpak = Tijdelijke Overbrugging Participatiewet). Met elke Rotterdammer die een aanvraag doet voeren we meteen een uitgebreide intake (werk en inkomen) uit. Hierna wordt de uitkering geregeld en bepalen we of iemand door kan naar de TOP-aanpak of naar de reguliere aanpak gaat. De TOP-aanpak is bedoeld voor werkzoekenden die recente werkervaring hebben en van wie de inschatting is dat zij kansrijk zijn voor snelle terugkeer naar werk. Dat kan ook tijdelijk werk zijn waarbij dan eventueel scholing geboden wordt, zodat ontwikkeling mogelijk is en werk duurzaam wordt.
Daarnaast wordt een versnelde koppeling gemaakt tussen informatiesystemen zodat bijvoorbeeld via de applicatie HalloWerk meer werkzoekenden in een eerder stadium zichtbaar zijn voor werkgevers. Mensen zijn meer dan ooit ‘online’ en dit is dan ook een kans om HalloWerk vroeg in te zetten bij de zoektocht naar werk. Bovengenoemde nieuwe ‘doelgroepen’ hebben een korte afstand tot de arbeidsmarkt en de meesten zijn digitaal vaardig en goed in staat om zelf de regie te pakken en HalloWerk te gebruiken bij hun zoektocht naar werk. HalloWerk wordt vooral ingezet in de fase dat deze doelgroepen (nog) geen uitkering ontvangen en/of niet-uitkeringsgerechtigd (nug) zijn.
Ambitie: koploper blijven
De ambitie van dit college is een daling van het aantal uitkeringen naar 30.000 eind 2021. Met de coronacrisis raakt deze ambitie uit beeld. De gezondheidscrisis en het bieden van inkomenszekerheid aan de Rotterdammers hebben nu prioriteit.
Uit de jaarrekening 2019 bleek dat het college halverwege de collegeperiode goed op koers lag. De dalende lijn van het bijstandsvolume zette zich voort tot medio maart, maar als gevolg van de coronapandemie is deze trend nu helaas doorbroken. Tot en met augustus 2020 is het aantal uitkeringen ten opzichte van de beginstand 2020 (33.666) met 2.593 uitkeringen gestegen naar 36.259.De nieuwe trend is onmiskenbaar: het bijstandsvolume neemt snel toe.
De ontwikkeling van het bijstandsvolume wordt in grote mate bepaald door de mate waarin de coronamaatregelen van het kabinet worden versoepeld en daarmee van de diepte en de duur van de crisis op de economie en werkgelegenheid. In alle onzekerheid is het echter wel zeker dat het realiseren van de doelstelling van 30.000 uitkeringen niet meer haalbaar is. Op basis van een extrapolatie van de realisatie t/m juli 2020, die getoetst is aan de basisraming van het CPB, verwachten we dat het bijstandsvolume stijgt naar 38.500 uitkeringen ultimo 2020. We zetten alles op alles om het ondanks de coronacrisis beter te blijven doen dan het landelijk gemiddelde. Daarom zullen we in de resterende tertalen van deze collegeperiode niet alleen de absolute aantallen uitkeringen presenteren, maar ook de vergelijking met het landelijk gemiddelde en de G4. Zie daarvoor de oplegger bij deze Tweede Herziening.
We houden rekening met een scenario waarin het bijstandsvolume medio 2021 een piek bereikt, waarna het volume in de daaropvolgende jaren weer geleidelijk zal dalen. De inschatting is dat eind 2024 nog 32.500 uitkeringen worden verstrekt. Dit scenario is in deze begroting 2021 meerjarig door vertaald naar de benodigde formatie voor Werk & Inkomen en het jongerenloket.
1.1 Minder Rotterdammers in de bijstand (zoveel mogelijk uitstroom naar betaald werk).
De gemeente Rotterdam wil dat zoveel mogelijk Rotterdammers die nu nog bijstand ontvangen profiteren van de groeiende en nieuwe werkgelegenheid. De gemeente zet mensen en middelen in ten bate van werk en arbeidsontwikkeling om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen en daarmee de afhankelijkheid van uitkeringen zo veel mogelijk te beperken. Werk en Inkomen wil dit voor elkaar krijgen door het beperken van de instroom, het vergroten van de uitstroom en het stimuleren van de doorstroom.
Op de huidige flexibele arbeidsmarkt krijgen werkzoekenden steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een goede opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren.
Als werkzoekenden op eigen kracht werk vinden, bestaat de kans dat zij, zonder enige bemiddeling vanuit de gemeente Rotterdam, nulurencontracten aanvaarden. Omdat wij nulurencontracten of kleine flex-contracten niet duurzaam achten, willen wij dit niet stimuleren. Als de gemeente afspraken maakt met werkgevers over een vorm van vergoeding of tegemoetkoming, moet hier fulltime uitstroom tegenover staan. Het uiteindelijke doel blijft om volledig onafhankelijk te worden van de bijstand. Deeltijdwerk is geen eindstation, tenzij dit voor de werkzoekende het maximaal haalbare is.
Eind 2018 sloten gemeente Rotterdam en het Rijk de Regiodeal Rotterdam Zuid. Dit betekent dat in de jaren 2019 tot en met 2022 via het Nationaal Programma Rotterdam Zuid 260 miljoen euro extra geïnvesteerd wordt, met name in Wonen, School en Werk op Zuid. Voor de inzet op de pijler Werk is in totaal 48 miljoen euro gereserveerd. Hieraan is de ambitieuze doelstelling gekoppeld om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen, van disproportioneel (circa 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2022. Hiervoor is het programma Samen voor Zuid ontwikkeld.
Als werkzoekenden (nog) niet in staat zijn om zelf werk te vinden, of nog niet kunnen voldoen aan de (vacature)eisen van werkgevers, dan kan de gemeente ze ondersteunen bij re-integratie naar werk. Die ondersteuning kan zich richten op het duurzaam ontwikkelen van kennis, vaardigheden en opleiding die nodig zijn om werk te vinden en te houden.
Onder de Participatiewet vallen verschillende doelgroepen, die elk hun eigen aanpak, begeleiding en perspectief hebben. Daarom wordt binnen de aanpak van de gemeente gedifferentieerd en kunnen verschillende instrumenten worden ingezet. Dit college wil voor de (kwetsbare) groepen in de uitkering of door de crisis in de uitkering gekomen, blijven inzetten op stabiliteit, actief blijven meedoen en ontwikkelen. Hierbij moeten we wel meer tussen groepen differentiëren, ook omdat door de snelle groei van het bijstandsvolume niet iedereen dezelfde dienstverlening kan krijgen. Gekozen wordt voor differentiatie tussen drie groepen:
Voor groepen voor wie werk geen reële optie meer lijkt (ouder dan 60 jaar en langer dan 5 jaar in de uitkering) is de inzet niet gericht op re-integratieverplichtingen. Inzet voor deze groep vanuit perspectief van de bijstand is gericht op de behoefte van de werkzoekende, en op inkomenszekerheid. Via inzet vanuit bijvoorbeeld welzijn en zorg wordt gezorgd voor de ruimte om mee te doen en actief te blijven en waar nodig voor het inzetten van zorg en ondersteuning. Met de expertise van Prestatie-010 kunnen we zorgen dat meedoen en actief zijn en blijven bereikbaar is voor veel mensen.
We willen dat zoveel mogelijk werkzoekenden toegang hebben tot betaald werk op de (bij voorkeur reguliere) arbeidsmarkt. De vraag naar werk wordt bepaald door de stand van de economie, werkgevers, ondernemers en opdrachtgevers. Het WerkgeversServicepunt Rijnmond (WSPR) maakt afspraken met werkgevers en intermediairs over het ontsluiten van geschikte banen voor werkzoekenden. Het WSPR is een samenwerking tussen de gemeente Rotterdam, het UWV en 15 regiogemeenten.
Om de forse uitdaging aan te gaan om te komen tot een daling van het bijstandsbestand is meer en meer een gewijzigde inzet nodig van de gemeente. Maar ook inzet en commitment van partijen uit de stad. In het arbeidsmarktbeleid wordt ingezet op samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, UWV en gemeenten, om zo vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zoveel als mogelijk op elkaar te laten aansluiten.
In Rotterdam wonen relatief veel inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Een deel van hen profiteert niet van de aantrekkende economie en groeiende werkgelegenheid. Vaak is een arbeidsbeperking hiervan een oorzaak en het niet of minder kunnen voldoen aan de eisen die werkgevers stellen op de reguliere arbeidsmarkt. Rotterdam wil ook deze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt passend werk en begeleiding kunnen bieden, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Als zij daarvoor kiezen, willen we deze mensen stimuleren te leren en zich te ontwikkelen en hen daarvoor de nodige begeleiding en ondersteuning bieden.
1.1 a Preventie van instroom vóór en tijdens aanvraagfase.
Rotterdammers die (tijdelijk) niet kunnen voorzien in hun levensonderhoud kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente. Om te voorkomen dat mensen vanuit de WW instromen in de bijstand, is WW@Work opgezet. Hierin worden Rotterdammers die aan het einde van hun WW-periode zitten, preventief benaderd en ondersteund vanuit de gemeente in hun zoektocht naar werk. Een ander preventie-instrument is BuroWerk. Met BuroWerk wordt gelijk bij de uitkeringsaanvraag gekeken of er een kans op werk is, waardoor mogelijk instroom in de uitkering voorkomen kan worden. Door de werkwijze van WW@Work en BuroWerk stromen jaarlijks zo'n 1.000 mensen minder in, doordat zij een baan vinden.
Om zoveel mogelijk Rotterdammers aan de slag te krijgen én te houden is een goede match met de veranderende vraag op de arbeidsmarkt essentieel. Dit kan de gemeente niet alleen. Om de regionale arbeidsmarkt toekomstbestendiger en inclusiever te maken, is samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven noodzakelijk. Deze samenwerking krijgt onder anderen vorm en inhoud via de Rotterdamse Leerwerkakkoorden (LWA). Hiermee is het commitment aangegaan om gedurende een langere periode (6 jaar) via drie pijlers intensief samen te werken aan de nodige ingrepen om de regionale arbeidsmarkt toekomstbestendiger te maken:
Op de huidige flexibele arbeidsmarkt krijgen werkzoekenden steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een goede opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont, maar ook door werkzoekenden goede dienstverlening te bieden over hoe hun inkomen verandert bij het aanvaarden van deeltijdwerk. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren.
Als werkzoekenden op eigen kracht werk vinden, bestaat de kans dat zij, zonder enige bemiddeling vanuit de gemeente Rotterdam, nulurencontracten aanvaarden. Omdat wij nulurencontracten of kleine flex-contracten niet duurzaam achten, willen wij dit niet stimuleren. Als de gemeente afspraken maakt met werkgevers over een vorm van vergoeding of tegemoetkoming, moet hier fulltime uitstroom tegenover staan. Het uiteindelijke doel blijft om volledig onafhankelijk te worden van de bijstand. Deeltijdwerk is geen eindstation, tenzij dit voor de werkzoekende het maximaal haalbare is.
De ambitie is om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen. Van disproportioneel (circa 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2022. Hiervoor is het programma Samen voor Zuid ontwikkeld. Rode draad in dit programma is aandacht voor de situatie van de werkzoekende en het bieden van maatwerk. Met extra financiële middelen worden onder andere extra werkconsulenten aangetrokken, zodat aan werkzoekenden meer en structureler aandacht gegeven kan worden. Ook zijn faciliteiten voorhanden die nodig zijn om mensen in staat te stellen aan het werk te gaan, of het nu gaat om jobcoaching, kinderopvang of het leren van de Nederlandse taal. Indien nodig behoort ook de inzet van schulddienstverlening en zorg (via de wijkteams) tot de mogelijkheden. Vanuit de teams van W&I zal ook met één contactpersoon en met zo min mogelijk overdrachtsmomenten worden gewerkt.
Een passende bejegening is essentieel in de dienstverlening die we de Rotterdammer willen bieden. In de afgelopen jaren waren regel- en systeemgestuurd werken leidend in het gemeentelijke contact met de Rotterdammer. Hierdoor ontstond voor de professional weinig ruimte om maatwerk te leveren en in te gaan op mogelijke andere problemen in het leven van de Rotterdammer, die de zoektocht naar werk in de weg stonden. Van regel- en systeem-gestuurd werken werkt de gemeente deze collegeperiode doel- en mensgestuurd. Dit betekent dat gemeente Rotterdam in haar communicatie een nette, vriendelijke en respectvolle toon aanslaat. Hierbij krijgen professionals in de uitvoering de ruimte om degene aan de andere kant van de tafel te leren kennen, te zien welke problematiek er heerst, te achterhalen wat iemand kan en wil en wat ervoor nodig is om dit te realiseren.
Als we de werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt op een realistische manier willen begeleiden naar werk, moeten we weten wat het perspectief van die Rotterdammer is op werk en ontwikkeling (naar werk). Hiervoor zullen we werkzoekenden beter moeten kennen. Het beter in beeld hebben van dit perspectief past ook bij de wens van dit college om meer maatwerk en passende dienstverlening te bieden. Door gebruik te maken van interactieve testen en vragen, wordt voor de werkzoekende stap voor stap zichtbaar wat het meest passende uitstroomperspectief is op basis van vijf werkprofielen: verkoper, vervoerder, helper, aanpakker en maker. Dit inzicht maakt het ook makkelijk om binnen dit specifieke uitstroomprofiel de meest passende vacatures te vinden. Op basis van het profiel van de werkzoekende kan zo vastgesteld worden wat de belangrijke nog te ontwikkelen kwaliteiten en vaardigheden zijn. Hierbij wordt ook gekeken naar de motivatie en soft skills van de werkzoekende en naar zaken als aanwezigheid van bijvoorbeeld schulden of noodzaak voor kinderopvang.
Het verband tussen taal en werk is onomstreden. Mensen met een taalachterstand hebben meer moeite om een baan te vinden en lopen een grotere kans om die baan te verliezen. We willen niet dat werkzoekenden aan de kant staan doordat zij de Nederlandse taal niet of beperkt beheersen. We zoeken daarom aansluiting bij het beleidskader Taal 2019-2022. Door uitvoering te blijven geven aan de Wet taaleis en door taaltrainingen aan te bieden die zo goed mogelijk aansluiten bij het niveau van de werkzoekende, maar ook door meer in te zetten op trajecten waarbij werken en het leren van (vak)taal samengaan.
Het aantal werkzoekende jongeren (<27 jaar) met een bijstandsuitkering is in de afgelopen periode flink gestegen. Tot en met juli 2020 is het aantal ten opzichte van de beginstand 2020 (1.939) met 1.070 uitkeringen gestegen naar 3.006. Er ligt een forse uitdaging om het aantal jongeren met een bijstandsuitkering terug te dringen. Het college heeft de ambitie dat in 2022 nog 2.080 jongeren een bijstandsuitkering ontvangen. De realisatie van deze ambitie gebeurt langs twee sporen: enerzijds maakt het Jongerenloket de omslag naar intensievere dienstverlening en meer maatwerk voor jongeren. Hier hoort ook het werken met intakespecialisten en een uitgebreide intake bij, volgens de methodiek van de brede uitvraag, om zo de hulpvraag van de jongeren goed in beeld te brengen en uitval te beperken. Anderzijds draagt het Leerwerkakkoord bij aan het realiseren van de ambitie. Met het LWA wordt beoogd zoveel mogelijk mensen duurzaam aan het werk te helpen, of van werk naar werk te begeleiden. In het kader van het LWA is afgesproken dat de doelgroep jongeren een vaste plek krijgt in elk sectorakkoord. Daarnaast is preventie belangrijk. Jaarlijks komen in Rotterdam duizenden jongeren van school af. De meeste jongeren stromen door naar een vervolgopleiding of naar werk. Toch komen ieder jaar ook zo’n 650 jonge schoolverlaters via het Jongerenloket in een uitkering terecht. Dit moet anders. Naast het toepassen van maatwerk gericht op zelfredzaamheid en duurzame uitstroom, gaan we de komende jaren ook versterkt werken aan preventiemaatregelen voor het instromen in de bijstand.
De werkgeversdienstverlening ondersteunt deze doelstellingen. Een strategische arbeidsmarktanalyse onderbouwt, met advies aan bestuurders, management en uitvoering, waar accenten gelegd moeten worden. Door vroegtijdige betrokkenheid van werkgevers, is deze aanpak arbeidsmarktgericht, ook voor werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Met instrumenten, zoals scholing, jobcoaching, jobcarving, proefplaatsing, detacheringen, bouwen we een brug naar
werk. Begeleiding en (door)scholing maken dat ze niet alleen werkfit (jobready) maar ook duurzaam werkend (jobsteady) worden.
Social return maakt een belangrijk onderdeel uit van het programma Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) van Rotterdam. Met het instrument social return stimuleert Rotterdam via de eigen inkoopopdrachten werkgevers (opdrachtnemers) om bij te dragen aan de arbeidsparticipatie van kwetsbare werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Dit kan door het aanbieden van betaald werk, stageplaatsen, orders voor SW-bedrijven of het uitvoeren van een maatschappelijke activiteit.
Het blijft de uitdaging voor de gemeente om werkzoekenden en werkgevers met slimme ICT te begeleiden. Juist nu digitale vaardigheden zo belangrijk geworden zijn voor werkzoekenden en professionals. We zorgen dat meer werkzoekenden deze vaardigheden verwerven en kunnen toepassen. Hiermee en met een digitaliseringsagenda stellen we groepen in staat om zelf aan de slag te gaan en meer regie te voeren over hun traject naar werk. Onder meer door trainingen en cursussen digitaal te ontsluiten.
MijnWerkKompas en HalloWerk helpen werkzoekenden om zelf hun arbeidspotentieel in kaart te brengen en bij te houden. In MijnWerkKompas maakt elke werkzoekende thuis (of met hulp van een medeweker) zijn profiel. Dit biedt inzicht in vaardigheden, talenten en competenties en in persoonlijke omstandigheden. Ook biedt het inzicht in de werksoorten en kansberoepen die bij deze kwaliteiten passen. En in wat nog geleerd kan worden. Zo helpt MijnWerkKompas om per persoon het juiste re-integratietraject met de juiste trainingen te kiezen. HalloWerk is een platform dat werkzoekenden de mogelijkheid biedt online een uitgebreid profiel aan te maken en geeft werkgevers de optie om op basis hiervan direct kandidaten te benaderen voor openstaande vacatures. Op HalloWerk worden kandidaten niet geselecteerd op basis van hun opleiding en ervaring, maar juist op basis van hun talent, motivatie en bijvoorbeeld hun hobby’s. Tegelijk biedt HalloWerk aan werkgevers de mogelijkheid om vacatures aan te bieden waarvoor zij personeel zoeken. Via HalloWerk kunnen werkzoekenden vervolgens zelf ook contact opnemen met de betreffende werkgever.
Medio 2020 komt er een koppeling van MijnWerkKompas met HalloWerk waardoor werkzoekenden en (landelijke) werkgevers (intermediairs, etc.) elkaar nog beter kunnen vinden.
Effectindicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget: Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 | Streefwaarde | 36.000 | 33.700 | 32.000 | 30.000 | ||
Realisatie | 35.292 | 33.666 | 36.259 | ||||
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) | Streefwaarde | 38,9% | 38,4% | 37,9% | 37,4% | ||
Realisatie | 40,3% | 40,1% | 40,3% | ||||
2.2 Jongeren in de bijstand (incl. statushouders) | Streefwaarde | 2.250 | 2.200 | 2.200 | 2.080 | ||
Realisatie | 2.235 | 2.037 | 3.006 | ||||
De genoemde realisatie cijfers over 2020 zijn cijfers t/m tweede tertaal 2020, tenzij anders aangegeven. |
Prestatie-indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) | Streefwaarde | 7.800 | 7.600 | 7.050 | 6.550 | ||
Realisatie | 7.186 | 6.929 | 7.476 | ||||
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) | Streefwaarde | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | ||
Realisatie | 4.506 | 4.433 | 1.957 | ||||
1.3 Parttime werk (€ mln) | Streefwaarde | 13,5 | 14,5 | 16,5 | 16,5 | ||
Realisatie | 12,2 | 13,6 | 10,3 | ||||
1.4 Uitstroom Jongeren (aantal) | Streefwaarde | 1.150 | 1.150 | 1.150 | 1.150 | ||
Realisatie | 1.553 | 1.350 | 858 | ||||
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) | Streefwaarde | 2.100 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | ||
Realisatie | 1.909 | 1.854 | 819 |
|
|||
De genoemde realisatie cijfers over 2020 zijn cijfers t/m tweede tertaal 2020, tenzij anders aangegeven. |
Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - Werk | Realisatie 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 7.197 | 14.784 | 5.356 | 4.356 | 356 | 356 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 6.880 | 14.434 | 5.000 | 4.000 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 317 | 350 | 356 | 356 | 356 | 356 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 63.412 | 59.416 | 54.856 | 51.683 | 48.820 | 47.699 |
|
Apparaatslasten | 45.363 | 42.467 | 38.918 | 39.381 | 37.668 | 36.547 | |
Inhuur | 20.957 | 13.180 | 7.217 | 7.972 | 6.253 | 6.207 | |
Overige apparaatslasten | 965 | 956 | 1.424 | 1.421 | 1.592 | 1.591 | |
Personeel | 23.442 | 28.331 | 30.277 | 29.987 | 29.824 | 28.749 | |
Intern resultaat | 2.239 | 1.480 | 877 | 877 | 877 | 877 | |
Intern resultaat | 2.239 | 1.480 | 877 | 877 | 877 | 877 | |
Programmalasten | 15.809 | 15.469 | 15.060 | 11.425 | 10.274 | 10.274 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 14.809 | 14.107 | 14.447 | 10.812 | 9.661 | 9.661 | |
Overige programmalasten | 195 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Salariskosten WSW en WIW | -1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 613 | 612 | 613 | 613 | 613 | 613 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 193 | 750 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -56.215 | -44.633 | -49.500 | -47.327 | -48.464 | -47.343 | |
Saldo voor reserveringen | -56.215 | -44.633 | -49.500 | -47.327 | -48.464 | -47.343 | |
Reserves | 1.184 | 750 | 72 | 0 | 0 | 0 |
|
Onttrekking reserves | 1.184 | 750 | 72 | 0 | 0 | 0 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -55.031 | -43.883 | -49.428 | -47.327 | -48.464 | -47.343 |
Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Hierdoor bestaat het bestand nu uit vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
Tot het taakveld Arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen: