De Rotterdamse Mobiliteitsaanpak (RMA) is op 20 februari door de gemeenteraad vastgesteld. De eerste experimenten, die tot doel hebben de verkeersveiligheid, luchtkwaliteit en kwaliteit voor voetgangers en fietsers te verbeteren, zijn in uitvoering genomen en worden binnenkort met de betrokken partijen en gemeenteraad geëvalueerd.
De coronacrisis vraagt voor de mobiliteit en de openbare ruimte om extra maatregelen om voldoende veilig te kunnen deelnemen aan het verkeer en te kunnen verblijven/ ontmoeten. Zo nemen we maatregelen op de korte termijn om fietsers en voetgangers meer ruimte te geven en zodat de ondernemers meer ruimte krijgen. Bij de uitvoering van de maatregelen letten we er op dat de maatregelen zoveel als mogelijk aansluiten bij langere termijn ambities uit onder ander de RMA en de Visie Openbare Ruimte. Voorbeelden van maatregelen die al zijn genomen zijn dat fietsers langer groen krijgen bij verkeerslichten en voetgangers niet op de knop hoeven te drukken. In parken worden cirkels aangegeven zodat bezoekers weten hoe afstand tot elkaar te houden, ondernemers mogen tijdelijk terrassen uitbreiden en parkeerplaatsen gebruiken voor hun onderneming. Een aantal straten als de Meent en Witte de Withstraat worden tijdelijk afgesloten om voetgangers en horeca meer ruimte te geven. In overleg met scholen worden maatregelen aangeboden voor de ruimte rondom basisscholen.
Met de RET wordt bezien of er aanvullende maatregelen nodig zijn voor als ook de scholieren van middelbaar- en voortgezet onderwijs weer op pad gaan. Met communicatiemiddelen als drukwerk op de stoep en de rijbaan worden verkeersdeelnemers geattendeerd op veilig gedrag en afstand houden tot elkaar. Het verkeersbeeld in Rotterdam, maar ook de rest van Nederland wordt uitgebreid gemonitord. Deze data kunnen gebruikt worden om, indien nodig, ook te sturen op (middel)lange termijn acties en plannen.
In het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)-traject gericht op verbetering van de regionale OV-structuur en een nieuwe oeververbinding, wordt toegewerkt naar een voorkeursbeslissing. Hiertoe is in januari gestart met een Milieueffectrapportage (MER) -traject en wordt later dit jaar de Nota Kansrijke Oplossingsrichtingen gepubliceerd.
De grote wegbeheerders in Zuid-Holland, waaronder Rotterdam, hebben uitgesproken de gezamenlijke regie op de actuele bereikbaarheid te vergroten in het licht van aankomend groot onderhoud aan belangrijke wegen en bruggen. Meer organisatorische samenwerking en een gebiedsgerichte benadering moeten leiden tot minder hinder door omrijdend en zoekend verkeer, het versterken van de mobiliteitstransitie door het beter benutten van alternatieven voor de auto en het samen afstemmen en programmeren van onderhoudsprojecten.
De doelstellingen van het taakveld die staan vermeld onder 'Wat willen we bereiken' en 'Wat gaan we daarvoor doen' zijn nog actueel. Er zijn geen ontwikkelingen die hebben geleid tot afwijkingen in het beoogde effect of de inspanningen. Wel is het duidelijk dat de coronacrisis de nodige onzekerheden met zich meebrengt. Zo is nog onduidelijk wanneer het gebruik van het openbaar vervoer zich weer gaat herstellen en zal er van groei van het gebruik van het openbaar vervoer de komende tijd naar verwachting geen sprake zijn. Steun van het Rijk zal ook de komende jaren nodig zijn om het openbaar vervoer beschikbaar te houden. Ook heeft de crisis waarschijnlijk economische effecten die hun weerslag zullen hebben op het mobiliteitssysteem in zijn geheel. Ondanks deze onzekerheden blijven we vooralsnog echter onverminderd vasthouden aan de voorgestelde investeringen en de beoogde mobiliteitstransitie.
Een duurzame, op groei van de stad gerichte aanpassing van mobiliteitsinfrastructuur.
We faciliteren de groei en verdichting van de stad primair met slimme duurzame en integrale aanpassingen aan het infrastructurele netwerk. Dit betekent nieuwe oeververbindingen, veilige en oversteekbare stadsboulevards, ruime fietspaden, aantrekkelijke OV-knooppunten, toekomstbestendige energie-infrastructuur voor elektrisch rijden en meer stallingsruimte voor de fiets. Dit betekent:
We willen de mobiliteitsgroei opvangen met modaliteiten en vervoerssystemen die schoner en stiller zijn, minder ruimte claimen en voor iedereen toegankelijk zijn. Dit betekent het bevorderen van: wandelen, fietsen, openbaar vervoer en elektrificatie van motorvoertuigen en schone logistiek in de stad. Dit betekent:
Een duurzame, op groei van de stad gerichte aanpassing van mobiliteitsinfrastructuur.
We werken programmatisch aan het creëren van meer ruimte op bestaande fietspaden en het aanleggen van nieuwe metropolitane- en snelfietsroutes en weten ons hierin gesteund door de MRDH en het Rijk. We breiden stallingsmogelijkheden uit, met name bij stations en hebben oog voor deelsystemen.
Effectindicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Relatieve aandeel schone verplaatsingen van en naar de binnenstad* | Streefwaarde | 61,7% | 62,4% | 63% | 63,7% | 64,3% | |
Realisatie | 61,3% | 61,7% | 63,4% | ||||
* Weergegeven is het aandeel verplaatsingen per fiets, openbaar vervoer, lopend en met schone motorvoertuigen, afgezet tegen het total aantal verplaatsingen inclusief vuile motorvoertuigen en brommers en scooters. Over 2017 bedroeg dit aandeel 61,3%. Het aandeel schone verplaatsingen neemt al jaren langzaam maar gestaag toe. De streefwaarden tot en met 2022 bevatten een ambitie van 50% ten opzichte van de verschoningstrend in de afgelopen collegeperiode. |
Prestatie-indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Extra capaciteit fietsparkeren in de binnenstad | Streefwaarde | 1.000 | 2.000 | 3.000 | 4.000 | ||
Realisatie | 1.298 | nnb | |||||
Aantal gerealiseerde fietsvriendelijke verkeersregelinstallaties | Streefwaarde | 25 | 50 | 75 | 100 | ||
Realisatie | 35 | nnb | |||||
Realisatie 3 ecologische verbindingen | Streefwaarde | 1 | 1 | 1 | |||
Realisatie | nnb |
Overzicht van baten en lasten Verkeer en vervoer - Ontwikkeling | Realisatie 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 2.923 | 4.595 | 1.905 | 1.905 | 1.905 | 1.905 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 729 | 668 | 114 | 114 | 114 | 114 | |
Overige opbrengsten derden | 2.319 | 3.928 | 1.791 | 1.791 | 1.791 | 1.791 | |
Overige baten | -124 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 27.435 | 34.215 | 28.778 | 25.537 | 18.791 | 17.959 |
|
Apparaatslasten | 8.562 | 10.050 | 11.120 | 11.131 | 11.436 | 11.436 | |
Inhuur | 496 | 951 | 1.678 | 2.468 | 2.773 | 2.773 | |
Overige apparaatslasten | 226 | 157 | 187 | 182 | 182 | 182 | |
Personeel | 7.839 | 8.943 | 9.255 | 8.481 | 8.481 | 8.481 | |
Intern resultaat | -642 | -1.552 | -2.005 | -2.047 | -2.047 | -2.047 | |
Intern resultaat | -642 | -1.552 | -2.005 | -2.047 | -2.047 | -2.047 | |
Programmalasten | 19.515 | 25.718 | 19.663 | 16.453 | 9.403 | 8.570 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 10.756 | 17.400 | 10.714 | 7.203 | 408 | -1.005 | |
Kapitaallasten | 8.697 | 8.318 | 8.948 | 9.251 | 8.995 | 9.574 | |
Overige programmalasten | 56 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -24.512 | -29.620 | -26.873 | -23.632 | -16.887 | -16.054 | |
Saldo voor reserveringen | -24.512 | -29.620 | -26.873 | -23.632 | -16.887 | -16.054 | |
Reserves | 10.529 | 14.834 | 9.916 | 6.131 | 2.960 | 2.859 |
|
Onttrekking reserves | 11.326 | 15.233 | 9.916 | 6.131 | 2.960 | 2.859 | |
Toevoeging reserves | 797 | 399 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -13.983 | -14.786 | -16.958 | -17.501 | -13.927 | -13.194 |
Beleidsdocumenten Mobiliteit
Dit taakveld betreft het opstellen en uitvoeren van verkeersbeleid, het nemen van verkeersbesluiten (waaronder vergunningverlening) ten behoeve van de inrichting van de openbare verkeersinfrastructuur, het verrichten van investeringen in de verkeersinfrastructuur, het nemen van verkeersmaatregelen ten behoeve van verkeersregulering en het beïnvloeden van verkeersgedrag met het oog op verkeersveiligheid en verduurzaming van mobiliteit.