Er wordt uitvoering gegeven aan de eerste tranche van het Integraal Huisvestingsplan Sport (IHP) 2020-2030, terwijl gewerkt wordt aan een uitvoeringsplan voor de tweede tranche. Ook het in 2017 gestarte pakket aan investeringsmaatregelen in sportaccommodaties loopt op enkele onderdelen door in 2021.
Er is in 2020 een Integraal Huisvestingsplan-Sport opgesteld, dat voor de periode 2020-2030 aangeeft welke inspanningen de komende tien jaar nodig zijn om kwalitatief hoogwaardige, duurzame, goed toegankelijke en voldoende sportvoorzieningen te behouden en te realiseren.
Sportvoorzieningen zijn een randvoorwaarde om Rotterdammers aan het sporten te krijgen en te houden. Het college zet zich in voor uitnodigende sportvoorzieningen en voor het goed neerzetten en versterken van het concept van de sportcirkel: de infrastructuur aan sportvoorzieningen rondom de oude stadswijken. Uitgangspunten zijn hierbij:
Ook de verenigingsopstallen, veelal in economisch eigendom bij diezelfde verenigingen, vormen een belangrijk onderdeel van de sportinfrastructuur. Het college wenst de kwaliteit van deze opstallen op orde te krijgen en te houden, zodat de sportcomplexen uitnodigend zijn voor haar (potentiele) gebruikers.
De sportbehoefte is stijgend in Rotterdam en ook de groeiambitie van de stad zal zorgen voor extra vraag. Het college heeft als primair uitgangspunt om de bestaande capaciteit te behouden; intensivering van het huidige gebruik is dan een voorwaarde om de extra vraag op te kunnen vangen.
Het college neemt energiebesparende en duurzaamheidsmaatregelen rond de sportaccommodaties. Daarnaast stimuleert het college dat sportverenigingen duurzaamheidsmaatregelen nemen rond de eigen opstallen, met gebruik van stedelijke en landelijke subsidieregelingen.
• Er wordt uitvoering gegeven aan de eerste tranche van het Integraal Huisvestingsplan Sport (IHP) 2020-2030: afhankelijk van het project in 2021 in voorbereidings- en/of uitvoeringsfase. Deze eerste tranche bestaat uit 1) de vervanging van zwembad Overschie, 2) het project Huis op Zuid, 3) Sporthal Stadionpark en 4) vervanging sporthal Schuttersveld, 5) een CTO in het Topsportcentrum en 6) de vernieuwing van veldsportcomplex Nieuw-Terbregge. Dit zijn projecten die al lopende waren dan wel waar uitstel geen optie is en waarvoor het college dekking heeft weten te vinden binnen de bestaande middelen.
• Daarnaast wordt er gewerkt aan een uitvoeringsplan voor de tweede tranche. Uitvoering van dit tweede deel is nog afhankelijk van de financiële besluitvorming over het IHP Sport, die ook gepland staat voor 2021.
• Het in 2017 gestarte pakket aan investeringsmaatregelen in sportaccommodaties loopt op enkele onderdelen nog door in 2021. Uit deze middelen wordt nog voorzien in de nieuwbouw van een gymzaal op Heijpaat, een nieuw clubgebouw voor LMO/Zwervers, extra veldcapaciteit voor rugbyclub The Hookers, de afronding van het nieuwe sportcomplex aan de Noorderbocht en de aanleg van een kunstgrasveld op de Schulpweg.
• Realisatie zwembad/sporthal Huis op Zuid (vervanging Afrikaanderbad en sporthal Afrikaanderplein).
Bij de totstandkoming van het IHP Sport is (opnieuw) geconstateerd dat het op kwalitatief voldoende niveau houden van de verenigingsopstallen een uitdaging is voor de clubs. Nadat eerder (2017 en 2018) een regeling beschikbaar is gesteld voor het wegwerken van achterstallig onderhoud, zet het IHP Sport in op een meer structurele oplossing. Er wordt door de gemeente, onder voorwaarden, geïnvesteerd in vervanging van verouderde opstallen, waarbij de vereniging niet langer eigenaar maar huurder zal zijn. Daarnaast is het college voornemens om de investeringsregeling (de 1/3 regeling) voor sportverenigingen dermate uit te breiden dat ook hiermee grootschalige renovaties dan wel nieuwbouw beter mogelijk worden gemaakt. Deze maatregelen maken onderdeel uit van de tweede tranche van het IHP Sport en zijn derhalve nog afhankelijk van de financiële besluitvorming over het IHP Sport in 2021.
• We passen de beleidsregel ‘“Basiseisen toegankelijkheid gemeentelijke binnensportaccommodaties’ (2014) toe op de gemeentelijke binnensportaccommodaties voor nieuwbouw en grootschalige renovatie. Bij nieuw te bouwen of te renoveren accommodaties voor buitensport wordt de beleidsregel meegenomen.
• In de 1/3 regeling is opgenomen dat er bij de investeringen aan de accommodatie rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid en bruikbaarheid voor mensen met een beperking. Verenigingen worden geadviseerd om gebruik te maken van de subsidieregeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport ‘Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties’ waarin onder andere een aanvullende subsidie voor investeringen op het gebied van toegankelijkheid mogelijk is.
• Inzet op optimalisatie bezettingsgraad voor zowel binnen – als buitensport door innovatie en vernieuwing en een verbeterde communicatie (via het Sportbedrijf).
• Wat betreft buitensport:
o is het in 2018 opgestelde capaciteitsplan het vertrekpunt, die periodiek geactualiseerd wordt aan de hand van ontwikkelingen in onder meer leden- en teamaantallen bij verenigingen
o worden de gebruikersovereenkomsten met clubs aangepast, zodat het Sportbedrijf meer kan sturen en stimuleren tot intensivering gebruik
o vindt afstemming plaats met de sportbonden en Rotterdamse verenigingen over een betere organisatorische spreiding van verenigingsactiviteiten
o worden daar waar wenselijk aanvullende voorzieningen op velden aangebracht zodat deze multifunctioneler kunnen worden ingezet
• Wat betreft binnensport:
o betere vindbaarheid en gemakkelijkere verhuurbaarheid van de binnensportvoorzieningen door invoering van een digitaal verhuurloket, afstemming
o programma en contacten sport- en bewegen in de wijk (Sportregie)
en betere bediening klanten binnensportvoorzieningen via een gebruikersraad verbonden aan het Sportbedrijf zijn afgerond.
o ontwikkelen nieuw concept inrichting van gymzalen
o uitvoeren plan van aanpak verhoging bezetting gymzalen door Sportbedrijf Rotterdam.
• Rotterdam Sportsupport ondersteunt en begeleidt, in samenwerking met externe partners, sportverenigingen om te komen tot energiebesparende maatregelen aan hun voorzieningen
• In 2020 heeft de regeling energiebesparende maatregelen haar subsidieplafond bereikt. Verenigingen die ondanks het bereikte subsidieplafond energiebesparende maatregelen wensen te doen kunnen hiervoor de 1/3 regeling (investeringssubsidie) benutten. Met een bijdrage uit het IFR kan in 2021 het subsidieplafond worden verhoogd en de regeling energiebesparende maatregelen actief blijven. In 2022 wordt bezien of het stimuleren van verduurzaming structureel kan worden ondergebracht binnen de 1/3 regeling. Vergelijkbaar met de landelijke BOSA-regeling, waarin op een investering van een vereniging aanvullend subsidie wordt verstrekt in het geval van duurzaamheidsmaatregelen
• Vanuit het IFR wordt naast de ophoging van het subsidieplafond, invulling gegeven aan de projecten; ledverlichting, Topsportcentrum en de vermindering gebruik van afvalstromen op sportverenigingen (waaronder in 2021 het project ‘Plastic ain’t fantastic’)
Effectindicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stijging bezetting naschools gebruik gymzalen. | Streefwaarde | 24% | 24% | 25% | 26% | 26% | |
Realisatie | 24% | 26% | |||||
Stijging bezetting naschools gebruik sporthallen* | Streefwaarde | 46% | 46% | 48% | 48% | 48% | |
Realisatie | 46% | 49% | |||||
Bezettingspercentage buitensportvelden** | Streefwaarde | N.v.t. | |||||
Realisatie | |||||||
* Dit betreft het gebruik over het hele jaar, in de verenigingsperiode zitten de sporthallen al vol. | |||||||
** Hiervoor wordt nog een meetinstrument ontwikkeld en volgt nog een nulmeting. |
Prestatie-indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Percentage opstallen van verenigingen dat minimaal op niveau 3 is* |
Streefwaarde
|
nvt | nvt | nvt | 92% | nvt | nvt |
Klanttevredenheid sportvoorzieningen** | |||||||
Gymzalen | Streefwaarde | 6,3 | nvt | nvt | PM | nvt | nvt |
Realisatie | 6,4 | ||||||
Sporthallen | Streefwaarde | 6,9 | nvt | nvt | PM | nvt | nvt |
Realisatie | 7,1 | ||||||
Zwembaden | Streefwaarde | 7,5 | nvt | nvt | PM | nvt | nvt |
Realisatie | 7,7 (Sportbedrijf) | ||||||
Buitensport | Streefwaarde | 6,3 | nvt | nvt | PM | nvt | nvt |
Realisatie | 7,5 | ||||||
Aantal bezoeken zwembaden*** | Streefwaarde | 2,1 mln | 2,2 mln | 2,2 mln | 2,3 mln | 2,3 mln | 2,3 mln |
Realisatie | 1,97 mln | 1,97mln | |||||
Aantal sportaccommodaties waar een duurzaamheidsmaatregel is toegepast**** | Streefwaarde | N.v.t. | PM | PM | PM | PM | PM |
Realisatie | |||||||
* Het gaat hierbij om 86 verenigingsopstallen waarvoor in 2015-2017 een schouw is uitgevoerd en die op basis hiervan in aanmerking zijn komen voor de subsidie “Achterstallig onderhoud”. Er is dus geen realisatiecijfer over 2018. Per 2021 volgt een vervolgmeting van de opstallen die in economisch eigendom zijn van de verenigingen. | |||||||
** Deze wordt om de drie jaar gemeten. De eerstvolgende meting is in 2021. Streefwaarden klanttevredenheid 2021 worden vastgesteld in de eind 2019 af te sluiten meerjarenovereenkomst 2020-2023 tussen gemeente en Sportbedrijf. | |||||||
*** Uit het beleidskader Zwemmen. De bezoekaantallen van zwembaden kunnen negatief worden beïnvloed door maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19 | |||||||
**** Definiëring en nulmeting wordt opgesteld in het kader van het plan van aanpak “duurzame sportaccommodaties”, onderdeel van het totale beleid rond duurzaamheid. Realisatiecijfers worden begin 2020 geleverd. |
Overzicht van baten en lasten Sportaccommodaties | Realisatie 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 219 | 258 | 451 | 451 | 451 | 451 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 49 | 40 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 170 | 218 | 451 | 451 | 451 | 451 | |
Lasten exclusief reserves | 52.731 | 58.434 | 53.798 | 53.341 | 54.417 | 55.342 |
|
Apparaatslasten | 558 | 497 | 686 | 679 | 679 | 679 | |
Inhuur | 27 | 29 | 36 | 36 | 36 | 36 | |
Overige apparaatslasten | 17 | 14 | 16 | 16 | 16 | 16 | |
Personeel | 514 | 454 | 634 | 628 | 628 | 628 | |
Intern resultaat | -2.263 | -2.241 | -2.063 | -2.065 | -2.066 | -2.071 | |
Intern resultaat | -2.263 | -2.241 | -2.063 | -2.065 | -2.066 | -2.071 | |
Programmalasten | 54.436 | 60.179 | 55.175 | 54.726 | 55.804 | 56.733 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 750 | 1.264 | 1.051 | 791 | 1.955 | 2.896 | |
Kapitaallasten | 1.319 | 526 | 481 | 294 | 207 | 196 | |
Overige programmalasten | -4 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 52.370 | 58.382 | 53.636 | 53.635 | 53.635 | 53.635 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -52.512 | -58.176 | -53.347 | -52.890 | -53.967 | -54.891 | |
Saldo voor reserveringen | -52.512 | -58.176 | -53.347 | -52.890 | -53.967 | -54.891 | |
Reserves | 679 | 414 | 189 | 139 | 39 | 39 |
|
Onttrekking reserves | 679 | 5.159 | 189 | 139 | 39 | 39 | |
Toevoeging reserves | 0 | 5.345 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval reserves | 0 | 600 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -51.833 | -57.762 | -53.158 | -52.751 | -53.928 | -54.852 |
Het college staat voor een hoogwaardige, duurzame en goed toegankelijke infrastructuur aan sportvoorzieningen, zodat dit gezamenlijk voorziet in de vraag aan ruimte voor sport en beweging, evenredig verspreid over de stad.