De arbeidsmarkt is dynamisch en verandert snel. De technologische veranderingen, de energietransitie, de opkomst van de circulaire- en deeleconomie dragen daaraan bij. De economische groei van de laatste jaren zorgt voor een toename van de werkgelegenheid en daling van de werkloosheid. Desondanks zijn er in Rotterdam veel werkzoekenden in de bijstand.
Het is de ambitie om het aantal Rotterdammers met een bijstandsuitkering deze collegeperiode te laten dalen tot 30.000. Hoewel de vraag op de arbeidsmarkt groot is, hebben factoren als leeftijd, werkloosheidsduur en opleidingsniveau een negatieve invloed op het gemak waarmee werkzoekenden werk vinden. Er is sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt. Met het nieuwe Beleidskader en de Leerwerkakkoorden voorzien we in deze nodige maatregelen om vanuit deze situatie resultaten te blijven boeken.
Beleidskader Participatiewet
Op 11 juni 2019 is het Meerjarig Beleidskader Participatiewet ‘Mensenwerk’ vastgesteld. Dit beleidskader beschrijft het gemeentelijke beleid voor de uitvoering van de Participatiewet voor de periode 2019-2022. Het college legt in de uitvoering van de Participatiewet de focus op de volgende drie punten:
Rotterdams Leerwerkakkoorden
Met de ondertekening van het Rotterdams Leerwerkakkoord (LWA) op 5 februari 2019, werd een brede coalitie van partners uit bedrijfsleven en onderwijs het commitment aangegaan om intensief samen te werken aan de nodige ingrepen om de regionale arbeidsmarkt toekomstbestendiger en inclusiever te maken. Het LWA is één van de ambities uit het coalitieakkoord en heeft tot doel om meer Rotterdammers duurzaam aan het werk te krijgen en te houden.
De ambitie is om op grond van dit LWA per sector deelakkoorden aan te gaan met daarin concrete afspraken over acties en doelstellingen gericht op de 3 pijlers: van school naar werk, van werk naar werk en (weer) aan het werk. In de afgelopen periode zijn drie van deze deelakkoorden afgesloten. In het kader van de energietransitie, de haven en het MKB. Daarnaast zijn er deelakkoorden in voorbereiding gericht op; de bouw, facilitaire dienstverlening, transport en logistiek, horeca en toerisme en de zorg.
Ontwikkeling aantal bijstandsuitkeringen
De ambitie van dit college is een daling van het aantal uitkeringen naar 30.000 eind 2021. In de Voorjaarsnota hebben we de tussentijdse mijlpaal voor eind 2019 aangescherpt naar 33.700 uitkeringen. Er is in de eerste acht maanden van het jaar een daling van 35.292 naar 34.620 uitkeringen gerealiseerd (- 672), zodat de opgave voor de rest van het jaar een verdere daling met tenminste 920 uitkeringen is. De bestandsdaling is in het tweede tertaal (- 412) sneller verlopen dan in het eerste tertaal (- 260), en we zetten alles op alles om de resterende opgave voor 2019 te behalen.
Een andere ambitie van dit college is om specifiek voor Rotterdam-Zuid een trendbreuk tot stand te brengen in het aantal uitkeringen. Van disproportioneel (40,3% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%) met als tussenwaarde 37,4% eind 2021. Dit komt overeen met een daling tot 11.220 uitkeringen eind 2021. In de eerste acht maanden van 2019 hield de daling van het aantal uitkeringen in Rotterdam-Zuid gelijke tred met de rest van Rotterdam: van 14.214 naar 13.933. Aan de benodigde versnelling wordt hard gewerkt binnen het programma Samen voor Zuid.
De gemeente Rotterdam wil dat zoveel mogelijk Rotterdammers die nu nog bijstand ontvangen profiteren van de groeiende en nieuwe werkgelegenheid. De gemeente zet mensen en middelen in ten bate van werk en arbeidsontwikkeling om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen en daarmee de afhankelijkheid van uitkeringen zo veel mogelijk te beperken. Werk en Inkomen wil dit voor elkaar krijgen door het beperken van de instroom, het vergroten van de uitstroom en het stimuleren van de doorstroom.
Op de huidige flexibele arbeidsmarkt krijgen werkzoekenden steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een goede opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren.
Als werkzoekenden op eigen kracht werk vinden, bestaat de kans dat zij, zonder enige bemiddeling vanuit de gemeente Rotterdam, nulurencontracten aanvaarden. Omdat wij nulurencontracten of kleine flex-contracten niet duurzaam achten, willen wij dit niet stimuleren. Als de gemeente afspraken maakt met werkgevers over een vorm van vergoeding of tegemoetkoming, moet hier fulltime uitstroom tegenover staan. Het uiteindelijke doel blijft om volledig onafhankelijk te worden van de bijstand. Deeltijdwerk is geen eindstation, tenzij dit voor de werkzoekende het maximaal haalbare is.
Eind 2018 sloten gemeente Rotterdam en het Rijk de Regiodeal Rotterdam Zuid. Dit betekent dat in de jaren 2019 tot en met 2022 via het Nationaal Programma Rotterdam Zuid 260 miljoen euro extra geïnvesteerd wordt, met name in Wonen, School en Werk op Zuid. Voor de inzet op de pijler Werk is in totaal 48 miljoen euro gereserveerd. Hieraan is de ambitieuze doelstelling gekoppeld om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen, van disproportioneel (circa 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2022. Hiervoor is het programma Samen voor Zuid ontwikkeld.
Als werkzoekenden (nog) niet in staat zijn om zelf werk te vinden, of nog niet kunnen voldoen aan de (vacature)eisen van werkgevers, dan kan de gemeente ze ondersteunen bij re-integratie naar werk. Die ondersteuning kan zich richten op het duurzaam ontwikkelen van kennis, vaardigheden en opleiding die nodig zijn om werk te vinden en te houden.
Onder de Participatiewet vallen verschillende doelgroepen, die elk hun eigen aanpak, begeleiding en perspectief hebben. Daarom wordt binnen de aanpak van de gemeente gedifferentieerd en kunnen verschillende instrumenten worden ingezet. Het uitgangspunt hierbij is dat er maatwerk wordt geboden aan individuele werkzoekende, maar binnen de participatiewet zijn ook specifieke groepen te onderscheiden. Voor elk van deze groepen wordt de aanpak gekozen die leidt tot de meeste kans op de arbeidsmarkt, door maatwerk te bieden en de talenten van elk individu te benutten.
We willen dat zoveel mogelijk werkzoekenden toegang hebben tot betaald werk op de (bij voorkeur reguliere) arbeidsmarkt. De vraag naar werk wordt bepaald door de stand van de economie, werkgevers, ondernemers en opdrachtgevers. Het WerkgeversServicepunt Rijnmond (WSPR) maakt afspraken met werkgevers en intermediairs over het ontsluiten van geschikte banen voor werkzoekenden. Het WSPR is een samenwerking tussen de gemeente Rotterdam, het UWV en 15 regiogemeenten.
Om de forse uitdaging aan te gaan om te komen tot een bijstandsbestand van 30.000 Rotterdammers is meer en een gewijzigde inzet nodig van de gemeente. Maar ook inzet en commitment van partijen uit de stad. In het arbeidsmarktbeleid wordt ingezet op samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, UWV en gemeenten, om zo vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zoveel als mogelijk op elkaar te laten aansluiten.
In Rotterdam wonen relatief veel inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Een deel van hen profiteert niet van de aantrekkende economie en groeiende werkgelegenheid. Vaak is een arbeidsbeperking hiervan een oorzaak en het niet of minder kunnen voldoen aan de eisen die werkgevers stellen op de reguliere arbeidsmarkt. Rotterdam wil ook deze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt passend werk en begeleiding kunnen bieden, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Als zij daarvoor kiezen, willen we deze mensen stimuleren te leren en zich te ontwikkelen en hen daarvoor de nodige begeleiding en ondersteuning bieden.
Rotterdammers die (tijdelijk) niet kunnen voorzien in hun levensonderhoud kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente. Om te voorkomen dat mensen vanuit de WW instromen in de bijstand, is WW@Work opgezet. Hierin worden Rotterdammers die aan het einde van hun WW-periode zitten, preventief benaderd en ondersteund vanuit de gemeente in hun zoektocht naar werk. Een ander preventie-instrument is BuroWerk. Met BuroWerk wordt gelijk bij de uitkeringsaanvraag gekeken of er een kans op werk is, waardoor mogelijk instroom in de uitkering voorkomen kan worden. Door de werkwijze van WW@Work en BuroWerk stromen jaarlijks zo'n 1.000 mensen minder in, doordat zij een baan vinden.
Om zoveel mogelijk Rotterdammers aan de slag te krijgen én te houden is een goede match met de veranderende vraag op de arbeidsmarkt essentieel. Dit kan de gemeente niet alleen. Om de regionale arbeidsmarkt toekomstbestendiger en inclusiever te maken, is samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven noodzakelijk. Deze samenwerking krijgt onder anderen vorm en inhoud via de Rotterdamse Leerwerkakkoorden (LWA). Hiermee is het commitment aangegaan om gedurende een langere periode (6 jaar) via drie pijlers intensief samen te werken aan de nodige ingrepen om de regionale arbeidsmarkt toekomstbestendiger te maken:
Op de huidige flexibele arbeidsmarkt krijgen werkzoekenden steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een goede opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont, maar ook door werkzoekenden goede dienstverlening te bieden over hoe hun inkomen verandert bij het aanvaarden van deeltijdwerk. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren.
Als werkzoekenden op eigen kracht werk vinden, bestaat de kans dat zij, zonder enige bemiddeling vanuit de gemeente Rotterdam, nulurencontracten aanvaarden. Omdat wij nulurencontracten of kleine flex-contracten niet duurzaam achten, willen wij dit niet stimuleren. Als de gemeente afspraken maakt met werkgevers over een vorm van vergoeding of tegemoetkoming, moet hier fulltime uitstroom tegenover staan. Het uiteindelijke doel blijft om volledig onafhankelijk te worden van de bijstand. Deeltijdwerk is geen eindstation, tenzij dit voor de werkzoekende het maximaal haalbare is.
De ambitie is om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen. Van disproportioneel (circa 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2022. Hiervoor is het programma Samen voor Zuid ontwikkeld. Rode draad in dit programma is aandacht voor de situatie van de werkzoekende en het bieden van maatwerk. Met extra financiële middelen worden onder andere extra werkconsulenten aangetrokken, zodat aan werkzoekenden meer en structureler aandacht gegeven kan worden. Ook zijn faciliteiten voorhanden die nodig zijn om mensen in staat te stellen aan het werk te gaan, of het nu gaat om jobcoaching, kinderopvang of het leren van de Nederlandse taal. Indien nodig behoort ook de inzet van schulddienstverlening en zorg (via de wijkteams) tot de mogelijkheden. Vanuit de teams van W&I zal ook met één contactpersoon en met zo min mogelijk overdrachtsmomenten worden gewerkt.
Een passende bejegening is essentieel in de dienstverlening die we de Rotterdammer willen bieden. In de afgelopen jaren waren regel- en systeemgestuurd werken leidend in het gemeentelijke contact met de Rotterdammer. Hierdoor ontstond voor de professional weinig ruimte om maatwerk te leveren en in te gaan op mogelijke andere problemen in het leven van de Rotterdammer, die de zoektocht naar werk in de weg stonden. Van regel- en systeem-gestuurd werken gaat de gemeente deze collegeperiode naar doel- en mensgestuurd werken. Dit betekent dat gemeente Rotterdam in haar communicatie een nette, vriendelijke en respectvolle toon aanslaat. Hierbij krijgen professionals in de uitvoering de ruimte om degene aan de andere kant van de tafel te leren kennen, te zien welke problematiek er heerst, te achterhalen wat iemand kan en wil en wat ervoor nodig is om dit te realiseren.
Als we de werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt op een realistische manier willen begeleiden naar werk, moeten we weten wat het perspectief van die Rotterdammer is op werk en ontwikkeling (naar werk). Hiervoor zullen we werkzoekenden beter moeten kennen. Het beter in beeld hebben van dit perspectief past ook bij de wens van dit college om meer maatwerk en passende dienstverlening te bieden. Daarom wordt 2019 gestart met het op een nieuwe manier bepalen van dit ontwikkelingsperspectief. Door gebruik te maken van interactieve testen en vragen, wordt voor de werkzoekende stap voor stap zichtbaar wat het meest passende uitstroomperspectief is op basis van vijf werkprofielen: verkoper, vervoerder, helper, aanpakker en maker. Dit inzicht maakt het ook makkelijk om binnen dit specifieke uitstroomprofiel de meest passende vacatures te vinden. Op basis van het profiel van de werkzoekende kan zo vastgesteld worden wat de belangrijke nog te ontwikkelen kwaliteiten en vaardigheden zijn. Hierbij wordt ook gekeken naar de motivatie en soft skills van de werkzoekende en naar zaken als aanwezigheid van bijvoorbeeld schulden of noodzaak voor kinderopvang.
Het verband tussen taal en werk is onomstreden. Mensen met een taalachterstand hebben meer moeite om een baan te vinden en lopen een grotere kans om die baan te verliezen. We willen niet dat werkzoekenden aan de kant staan doordat zij de Nederlandse taal niet of beperkt beheersen. We zoeken daarom aansluiting bij het beleidskader Taal 2019-2022. Door uitvoering te blijven geven aan de Wet taaleis en door taaltrainingen aan te bieden die zo goed mogelijk aansluiten bij het niveau van de werkzoekende, maar ook door meer in te zetten op trajecten waarbij werken en het leren van (vak)taal samengaan.
Het aantal werkzoekende jongeren (<27 jaar) met een bijstandsuitkering is in de afgelopen periode flink gedaald. Tegelijkertijd ligt er ook nu nog een forse uitdaging om het aantal jongeren met een bijstandsuitkering verder terug te dringen. Het college heeft de ambitie dat in 2022 nog 2.080 jongeren een bijstandsuitkering ontvangen. De realisatie van deze ambitie gebeurt langs twee sporen: enerzijds maakt het Jongerenloket de omslag naar intensievere dienstverlening en meer maatwerk voor jongeren. Hier hoort ook het werken met intakespecialisten en een uitgebreide intake bij, volgens de methodiek van de brede uitvraag, om zo de hulpvraag van de jongeren goed in beeld te brengen en uitval te beperken. Anderzijds draagt het Leerwerkakkoord bij aan het realiseren van de ambitie. Met het LWA wordt beoogd zoveel mogelijk mensen duurzaam aan het werk te helpen, of van werk naar werk te begeleiden. In het kader van het LWA is afgesproken dat de doelgroep jongeren een vaste plek krijgt in elk sectorakkoord. Daarnaast is preventie belangrijk. Jaarlijks komen in Rotterdam duizenden jongeren van school af. De meeste jongeren stromen door naar een vervolgopleiding of naar werk. Toch komen ieder jaar ook zo’n 650 jonge schoolverlaters via het Jongerenloket in een uitkering terecht. Dit moet anders. Naast het toepassen van maatwerk gericht op zelfredzaamheid en duurzame uitstroom, gaan we de komende jaren ook versterkt werken aan preventiemaatregelen voor het instromen in de bijstand.
De werkgeversdienstverlening ondersteunt deze doelstellingen. Een strategische arbeidsmarktanalyse onderbouwt, met advies aan bestuurders, management en uitvoering, waar accenten gelegd moeten worden. Door vroegtijdige betrokkenheid van werkgevers, is deze aanpak arbeidsmarktgericht, ook voor werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Met instrumenten, zoals scholing, jobcoaching, jobcarving, proefplaatsing, detacheringen, bouwen we een brug naar
werk. Begeleiding en (door)scholing maken dat ze niet alleen werkfit (jobready) maar ook duurzaam werkend (jobsteady) worden.
Social return maakt een belangrijk onderdeel uit van het programma Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) van Rotterdam. Met het instrument social return stimuleert Rotterdam via de eigen inkoopopdrachten werkgevers (opdrachtnemers) om bij te dragen aan de arbeidsparticipatie van kwetsbare werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Dit kan door het aanbieden van betaald werk, stageplaatsen, orders voor SW-bedrijven of het uitvoeren van een maatschappelijke activiteit.
De uitdaging voor de gemeente is om werkzoekenden en werkgevers met slimme ICT te begeleiden. Deze collegeperiode is gestart met ‘HalloWerk’. Dit platform biedt werkzoekenden de mogelijkheid online een uitgebreid profiel aan te maken en geeft werkgevers de optie om op basis hiervan direct kandidaten te benaderen voor openstaande vacatures. Op HalloWerk worden kandidaten niet geselecteerd op basis van hun opleiding en ervaring, maar juist op basis van hun talent, motivatie en bijvoorbeeld hun hobby’s. Tegelijk biedt HalloWerk aan werkgevers de mogelijkheid om vacatures aan te bieden waarvoor zij personeel zoeken. Via HalloWerk kunnen werkzoekenden vervolgens zelf ook contact opnemen met de betreffende werkgever. HalloWerk is hiermee een toevoeging op onze dienstverlening en biedt ruimte voor rechtstreeks contact tussen werkgever en werkzoekenden zonder tussenkomst van de gemeente.
Effect indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget: Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 | Streefwaarde | 36.000 | 33.700 | 32.000 | 30.000 | ||
Realisatie | 35.292 | 34.620 | |||||
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) | Streefwaarde | 38,9% | 38,4% | 37,9% | 37,4% | ||
Realisatie | 40,28% | 40,25% | |||||
2.2 Jongeren in de bijstand (incl. statushouders) | Streefwaarde | 2.250 | 2.200 | 2.200 | 2.080 | ||
Realisatie | 2.235 | 2.147 | |||||
De genoemde realisatie cijfers over 2019 zijn cijfers t/m tweede tertaal 2019, tenzij anders aangegeven. |
Prestatie indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) | Streefwaarde | 7.800 | 7.600 | 7.050 | 6.550 | ||
Realisatie | 7.186 | 4.758 | |||||
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) | Streefwaarde | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | ||
Realisatie | 4.506 | 2.628 | |||||
1.3 Parttime werk (€ mln) | Streefwaarde | 13,5 | 14,5 | 14,5 | 14,5 | ||
Realisatie | 12,2 | 9,2 | |||||
1.4 Uitstroom Jongeren (aantal) | Streefwaarde | 1.150 | 1.150 | 1.150 | 1.150 | ||
Realisate | 1.553 | 856 | |||||
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) | Streefwaarde | 2.100 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | ||
Realisatie | 1.909 | 1.085 |
|
||||
De genoemde realisatie cijfers over 2019 zijn cijfers t/m tweede tertaal 2019, tenzij anders aangegeven. |
Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - Werk | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 8.680 | 7.758 | 2.050 | 350 | 350 | 350 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 7.291 | 7.408 | 1.700 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 500 | 350 | 350 | 350 | 350 | 350 | |
Overige baten | 888 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 57.347 | 58.548 | 51.089 | 48.746 | 48.434 | 43.129 |
|
Apparaatslasten | 43.075 | 44.113 | 41.177 | 39.155 | 39.153 | 32.549 | |
Inhuur | 18.876 | 21.428 | 17.810 | 15.732 | 16.042 | 8.792 | |
Overige apparaatslasten | 889 | 920 | 1.335 | 1.337 | 1.337 | 1.778 | |
Personeel | 23.310 | 21.764 | 22.032 | 22.086 | 21.773 | 21.979 | |
Interne resultaat | 2.551 | 1.477 | 974 | 974 | 974 | 974 | |
Interne resultaat | 2.551 | 1.477 | 974 | 974 | 974 | 974 | |
Programmalasten | 11.721 | 12.958 | 8.939 | 8.618 | 8.308 | 9.607 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 10.633 | 11.318 | 8.264 | 8.046 | 7.737 | 9.036 | |
Overige programmalasten | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Salariskosten WSW en WIW | 18 | 194 | 93 | -10 | -12 | -12 | |
Sociale uitkeringen | 593 | 612 | 582 | 582 | 582 | 582 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 471 | 834 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -48.667 | -50.790 | -49.039 | -48.396 | -48.084 | -42.779 | |
Saldo voor reserveringen | -48.667 | -50.790 | -49.039 | -48.396 | -48.084 | -42.779 | |
Reserves | 1.464 | 1.556 | -2.700 | -1.300 | 4.000 | 0 |
|
Onttrekking reserves | 1.464 | 1.556 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 0 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 6.700 | 5.300 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -47.203 | -49.234 | -51.739 | -49.696 | -44.084 | -42.779 |
Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Hierdoor bestaat het bestand nu uit vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
Tot het taakveld Arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen: