De in 2016 vastgestelde intensivering van sportvelden en sportaccommodaties is in 2019 verder uitgevoerd. Er zijn op diverse accommodaties extra velden opgeleverd en in 2019 wordt de locatie Noorderbocht opgeleverd. Hiermee wordt een capaciteitsprobleem voor diverse verenigingen opgelost.
In 2019 is begonnen met het opstellen van het programma Vervanging Sportaccommodaties.
In 2019 is de subsidieregeling voor sportverenigingen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud bij hun opstallen (kantines en kleedkamers) afgerond. Hiervoor was in 2018 voor het jaar 2019 een bestemmingsreserve gevormd.
Sportvoorzieningen zijn een randvoorwaarde om Rotterdammers aan het sporten te krijgen en te houden. Het college zet zich in voor uitnodigende sportvoorzieningen en voor het goed neerzetten en versterken van het concept van de sportcirkel: de infrastructuur aan sportvoorzieningen rondom binnenstad. Uitgangspunten zijn hierbij:
handhaving van de bestaande capaciteit
intensiever gebruiken van de bestaande capaciteit (bijvoorbeeld door spreiding van gebruik en/of aanleg van kunstgras)
investeren in uitbreiding of nieuwbouw waar echt noodzakelijk
Verenigingen dienen te kunnen beschikken over clubgebouwen die voldoen aan de minimale gebruikerseisen en die in voldoende staat van onderhoud zijn. De clubgebouwen zijn in economisch eigendom van de verenigingen. Het onderhoud is dan ook in beginsel een verantwoordelijkheid van de verenigingen zelf. Financieel blijkt dat echter niet altijd gemakkelijk. In 2017 is daarom een eenmalige subsidieregeling achterstallig onderhoud clubgebouwen vastgesteld ter ondersteuning van de verenigingen.
Verenigingen worden via de 1/3e regeling gestimuleerd om hun eigen accommodatie toegankelijker te maken.
Het college spant zich in om de bestaande voorzieningen intensiever te gebruiken, zodat het maatschappelijk rendement ervan toeneemt.
Ingezet wordt op het verhogen van naschools gebruik van binnensportvoorzieningen (gymzalen en sporthallen), het meer buiten de verenigingsuren om gebruiken van sportcomplexen en het – waar mogelijk - organisatorisch meer spreiden van verenigingsactiviteiten. Het Sportbedrijf Rotterdam is hierbij een belangrijke partner.
Het college neemt energiebesparende en duurzaamheidsmaatregelen rond de sportaccommodaties. Daarnaast stimuleert het college dat sportverenigingen duurzaamheidsmaatregelen nemen rond de eigen opstallen, met gebruik van stedelijke en landelijke subsidieregelingen.
Het college zal een Programma Vervanging Sportaccommodaties opstellen, waarin aangegeven wordt welke inspanningen de komende tien jaar nodig zijn om kwalitatief hoogwaardige, duurzame, goed toegankelijke en voldoende sportvoorzieningen te behouden en te realiseren. Ook de clubgebouwen van de buitensportverenigingen zullen hierbij worden betrokken.
In het Programma Vervanging Sportaccommodaties zullen waar nodig voorstellen worden opgenomen voor renovatie of vervanging van sportaccommodaties. In het meerjarenkader is hiervoor vanaf 2022 een eerste tranche van de benodigde geldmiddelen opgenomen.
De ingezette kwaliteitsslag sportcomplexen (Noorderbocht, vv Pernis, LMO/Zwervers, Honkbal op Zuid, Rotterdamse Rugby Club, The Hookers en Wielerclub Ahoy / SV Rotterdam) is in 2020 zoveel mogelijk afgerond.
Uit de verkregen extra middelen wordt bij Neptunus-Schiebroek een kunstgrasveld aangelegd; er komt een besluit over de aanleg van een kunstgrasveld aan de Schulpweg (Egelantiersboys, Pretoria) Indien financieel nog mogelijk.
Doorontwikkeling Stadionpark (afronding Sportcomplex Olympia, haalbaarheidsonderzoeken sportvoorziening tbv VO-onderwijs, uitbreiding Topsportcentrum, voorzieningen Feyenoord City).
Haalbaarheidsonderzoek nieuwbouw zwembad/sporthal Overschie en locatieonderzoek nieuw zwembad/sporthal Oostervant.
Opdrachtverstrekking (en prestatievergoeding) aan het Sportbedrijf Rotterdam voor exploitatie van zwembaden, sporthallen, gymzalen en sportterreinen.
Subsidies aan Sportfondsen, Optisport voor exploitatie van zwembaden en sporthallen.
Exploitatiesubsidie Topsportcentrum.
Kwalitatief voldoende opstallen van sportverenigingen.
Stimuleren investeringen in voorzieningen in eigendom van verenigingen door diverse subsidieregelingen (o.a. regeling duurzaamheidsinvesteringen, 1/3e regeling).
Gefaseerde vervanging van rubbergranulaat door alternatief materiaal bij kunstgrasvelden, waarbij een beroep wordt gedaan op het IFR (Investeringsfonds Rotterdam).
Stimuleren investeringen in voorzieningen in eigendom van verenigingen door diverse subsidieregelingen (o.a. regeling duurzaamheidsinvesteringen, 1/3e regeling).
Inzet op optimalisatie bezettingsgraad voor zowel binnen – als buitensport door innovatie en vernieuwing en een verbeterde communicatie (via het Sportbedrijf).
Wat betreft buitensport:
is het in 2018 opgestelde capaciteitsplan het vertrekpunt
worden de gebruikersovereenkomsten met clubs aangepast, zodat het Sportbedrijf meer kan sturen en stimuleren tot intensivering gebruik
vindt afstemming plaats met de sportbonden en Rotterdamse verenigingen over een betere organisatorische spreiding van verenigingsactiviteiten
worden daar waar wenselijk aanvullende voorzieningen op velden aangebracht zodat deze multifunctioneler kunnen worden ingezet
Wat betreft binnensport:
betere vindbaarheid en gemakkelijkere verhuurbaarheid van de binnensportvoorzieningen door invoering van een digitaal verhuurloket
betere afstemming programma en contacten sport- en bewegen in de wijk (Sportregie)
betere bediening klanten binnensportvoorzieningen via een gebruikersraad verbonden aan het Sportbedrijf
ontwikkelen nieuw concept inrichting van gymzalen
Onderzoek samen met Sportbedrijf Rotterdam naar verdere verduurzaming sportaccommodaties binnen de kaders van het totale beleid rond duurzaamheid en energietransitie.
Effectindicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stijging bezetting naschools gebruik gymzalen. | Streefwaarde | 24% | 24% | 25% | 26% | 26% | |
Realisatie | 24% | ||||||
Stijging bezetting naschools gebruik sporthallen* | Streefwaarde | 46% | 46% | 48% | 48% | 48% | |
Realisatie | 46% | ||||||
Bezettingspercentage buitensportvelden** | Streefwaarde | N.v.t. | |||||
Realisatie | |||||||
* Dit betreft het gebruik over het hele jaar, in de verenigingsperiode zitten de sporthallen al vol. | |||||||
** Hiervoor wordt nog een meetinstrument ontwikkeld en volgt nog een nulmeting. |
Prestatie-indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Percentage opstallen van verenigingen dat minimaal op niveau 3 is* |
Streefwaarde
|
nvt | nvt | nvt | 92% | nvt | nvt |
Klanttevredenheid sportvoorzieningen** | |||||||
Gymzalen | Streefwaarde | 6,3 | nvt | nvt | PM | nvt | nvt |
Realisatie | 6,4 | ||||||
Sporthallen | Streefwaarde | 6,9 | nvt | nvt | PM | nvt | nvt |
Realisatie | 7,1 | ||||||
Zwembaden | Streefwaarde | 7,5 | nvt | nvt | PM | nvt | nvt |
Realisatie | 7,7 (Sportbedrijf) | ||||||
Buitensport | Streefwaarde | 6,3 | nvt | nvt | PM | nvt | nvt |
Realisatie | 7,5 | ||||||
Aantal bezoeken zwembaden*** | Streefwaarde | 2,1 mln | 2,2 mln | 2,2 mln | 2,3 mln | 2,3 mln | 2,3 mln |
Realisatie | 1,97 mln | ||||||
Aantal sportaccommodaties waar een duurzaamheidsmaatregel is toegepast**** | Streefwaarde | N.v.t. | PM | PM | PM | PM | PM |
Realisatie | |||||||
* Het gaat hierbij om 86 verenigingsopstallen waarvoor in 2015-2017 een schouw is uitgevoerd en die op basis hiervan in aanmerking zijn komen voor de subsidie “Achterstallig onderhoud”. Er is dus geen realisatiecijfer over 2018. Per 2021 volgt een vervolgmeting van de opstallen die in economisch eigendom zijn van de verenigingen. | |||||||
** Deze wordt om de drie jaar gemeten. De eerstvolgende meting is in 2021. Streefwaarden klanttevredenheid 2021 worden vastgesteld in de eind 2019 af te sluiten meerjarenovereenkomst 2020-2023 tussen gemeente en Sportbedrijf. | |||||||
*** Uit het beleidskader Zwemmen. | |||||||
**** Definiëring en nulmeting wordt opgesteld in het kader van het plan van aanpak “duurzame sportaccommodaties”, onderdeel van het totale beleid rond duurzaamheid. Realisatiecijfers worden begin 2020 geleverd. |
Overzicht van baten en lasten Sportaccommodaties | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 6.197 | 332 | 443 | 443 | 443 | 443 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 16 | 40 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 6.181 | 292 | 443 | 443 | 443 | 443 | |
Lasten exclusief reserves | 55.650 | 53.802 | 52.977 | 52.926 | 52.958 | 53.067 |
|
Apparaatslasten | 1.107 | 646 | 684 | 673 | 667 | 667 | |
Inhuur | 29 | 34 | 35 | 35 | 35 | 35 | |
Overige apparaatslasten | 63 | 16 | 15 | 15 | 15 | 15 | |
Personeel | 1.015 | 596 | 633 | 623 | 617 | 617 | |
Interne resultaat | 1.649 | -2.006 | -2.059 | -2.059 | -2.059 | -2.059 | |
Interne resultaat | 1.649 | -2.006 | -2.059 | -2.059 | -2.059 | -2.059 | |
Programmalasten | 52.894 | 55.162 | 54.352 | 54.312 | 54.350 | 54.459 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 45.683 | 891 | 1.899 | 2.283 | 2.515 | 2.717 | |
Kapitaallasten | 1.393 | 1.092 | 1.054 | 1.007 | 813 | 719 | |
Overige programmalasten | 37 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 5.782 | 53.172 | 51.392 | 51.015 | 51.015 | 51.015 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -49.453 | -53.470 | -52.534 | -52.483 | -52.515 | -52.624 | |
Saldo voor reserveringen | -49.453 | -53.470 | -52.534 | -52.483 | -52.515 | -52.624 | |
Reserves | 1.561 | 1.264 | 789 | 789 | 539 | 39 |
|
Onttrekking reserves | 1.561 | 1.264 | 789 | 789 | 539 | 39 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -47.892 | -52.206 | -51.745 | -51.694 | -51.976 | -52.585 |
Het college staat voor een hoogwaardige, duurzame en goed toegankelijke infrastructuur aan sportvoorzieningen, zodat dit gezamenlijk voorziet in de vraag aan ruimte voor sport en beweging, evenredig verspreid over de stad.